In 2040 is ons voedselsysteem ingericht op gezonde en duurzame voeding.
De overheid heeft beleid gemaakt om plantaardig eten betaalbaar en bereikbaar te maken. De productie van dierlijke eiwitten gaat niet meer gepaard met dierenleed; cellulaire agricultuur en fermentatie produceren vlees en zuivel met een minimale weerslag op het milieu. Kosten die voorheen werden afgewenteld op de samenleving zijn in de keten verwerkt. Boeren ontvangen een eerlijke prijs voor hun product. De Nederlandse voedselsector geniet wereldwijd aanzien.
Supermarkten, vlees- en zuivelverwerkers hebben productlijnen van (plantaardige) vlees- en zuivelvervangers opgeschaald waarin meer aandacht is voor het welzijn van dieren, de gezondheid van mensen en het milieu. De overheid heeft de nodige investeringen in dierwaardigheid en duurzaamheid mede mogelijk gemaakt.
Hoe we er komen
Dierenwelzijn, volksgezondheid en ecologie zijn in deze voedselvisie leidend. Door uit te gaan van de behoeften van mensen, milieu en dieren wordt de productie en consumptie in balans gebracht, en verdelen we de marktmacht in de keten. Om die toekomst te verwezenlijken, zijn er drie transitiepaden. Deze paden hebben gemeen dat ze de gezondheid en het welzijn van dier, mens en natuur vooropzetten.
1
Gezond en duurzaam eetpatroon.
De ene na de andere gemeente maakt beleid om minder dierlijk en meer plantaardig te produceren en te consumeren. Supermarkten en andere voedselaanbieders maken het aanlokkelijk om meer plantaardig en minder dierlijk te eten. In 2040 is in alle gemeenten de gezonde en duurzame keuze de standaardkeuze.
We kiezen weliswaar zelf wat we eten en drinken, maar die keuze wordt gezien en ongezien gestuurd door reclames, kortingen, de samenstelling van producten, en het voedselaanbod in supermarkten, publieke ruimtes en op evenementen.
Gevolg: de helft van de volwassenen, en één op de acht kinderen, heeft overgewicht. Zij lopen een hoger risico op diabetes, hart- en vaatziekten, en zelfs kanker. Overgewicht is verantwoordelijk voor 40 procent van de gevallen van diabetes type 2, 15 procent van de hart- en vaatziekten, en ruim één op de tien gevallen van chronisch hartfalen. Overgewicht heeft ook een negatieve invloed op de mentale gezondheid en leidt tot hoge maatschappelijke kosten, zowel in de gezondheidszorg als door ziekteverzuim.1
⥤
Geef als overheid het goede voorbeeld. In 2030 hebben alle overheidsinstellingen, ook uitvoerende instanties zoals de NVWA en RVO, hun inkoop en aanbod in kantines in lijn gebracht met het advies van de Gezondheidsraad: 60 procent plantaardige en 40 procent dierlijke eiwitten.
⥤
Stimuleer en faciliteer gemeenten en provincies om, in samenwerking met bedrijven, hun lokale voedselomgeving duurzaam en gezond in te richten. Een stimuleringsregeling voor bedrijven en organisaties ondersteunt de inkoop en het aanbieden van meer plantaardige en minder dierlijke producten.
⥤
Nederland zet zich in de Europese Unie in voor een ‘Plant-Based Action Plan’ om de vertaalslag te maken van strategie naar beleid.
1.1
Voedselomgeving
Iedere week maken 120.000 Nederlanders gebruik van de voedselbank. Nog eens 400.000 Nederlanders leven volgens het Rode Kruis in ‘verborgen’ voedselarmoede. Die groep eet ook het ongezondst: ‘Mensen ervaren groente en fruit als onbereikbare luxe.’2 Nederlanders met een bovenmodaal inkomen eten gezonder dan laagbetaalden, die vaker te zwaar en ziek zijn.3 Gezond en duurzaam voedsel is in kwetsbare buurten ook minder goed verkrijgbaar.
Dit is niet alleen een gevolg van eigen keuzes; de overheid houdt deze maatschappelijke tweedeling in stand. Het vraagt burgers gezonder en gevarieerder – meer plantaardig en minder dierlijk – te eten, maar houdt tegelijkertijd vlees en zuivel kunstmatig goedkoop met belastingvoordelen en subsidies.4 Het RIVM heeft berekend dat een btw-verhoging van 9 naar 21 procent op vlees jaarlijks tot 3 procent minder diabetespatiënten leidt, bijna 3 procent minder kankerpatiënten en 1 procent minder beroertes.5
⥤
Zorg minstens voor een gelijk speelveld: schaf belastingvoordelen voor eieren, vlees en zuivel af. Trek de verbruiksbelasting op koemelk en plantaardige melkvervangers gelijk.
⥤
Voeg een heffing in de gehele keten op dierlijke producten toe met een terugsluis naar boeren, zodat die een eerlijke, kostendekkende prijs ontvangen.
⥤
Gemeenten kunnen met subsidies of stimuleringsregelingen meer plantaardige voeding beschikbaar stellen in culturele instellingen, op evenementen en in sportkantines.
1.2
Voedselzekerheid
Bijna alle supermarkten verleiden hun klanten, door inrichting van hun schappen, marketing en aanbiedingen, tot ongezonde voedselkeuzes. Ook ingesleten voedselroutines en voedselvaardigheden rondom bijvoorbeeld uit eten gaan en festiviteiten, zoals Kerst, zorgen ervoor dat consumenten hun voedselkeuzes langzaam veranderen.
⥤
Stel beperkingen aan marketing en reclames voor dierlijke producten, zoals een lokaal verbod op vleesreclame in de publieke omgeving.
⥤
Maak partijen die voedselroutines vormgeven medeverantwoordelijk voor de omslag naar een minder dierlijk eetpatroon.6
⥤
Maak afspraken met diëtisten, huisartsen, voedingsadviseurs en andere partijen die het eetgedrag van mensen (kunnen) beïnvloeden om het bewustzijn over gezonde, plantaardige voeding te vergroten en voedselvaardigheden te stimuleren.7
1.3
Consumentengedrag
2
Gezonde en duurzame landbouw.
Kies voor kwaliteitsproducten uit Nederland die met zorg voor dieren en milieu zijn gemaakt. Weer goedkope import waar onze boeren niet tegenop kunnen concurreren. Een dierwaardige veehouderij is onvermijdelijk een kleinere veehouderij. Geef prioriteit aan de koplopers. Als zij goed kunnen boeren, trekken ze de twijfelaars mee en komt de transitie echt op gang.
In Nederland is 1,5 miljoen hectare grond bestemd voor veeteelt (grond in het buitenland waar veevoer wordt geteeld niet meegerekend). Circa 500.000 hectare grond is in gebruik om plantaardige voeding voor onszelf te produceren.
Een volledig plantaardig dieet zou het mogelijk maken om 20 miljoen Nederlanders te voeden met 57 procent van het huidige landbouwareaal.8 Dat is geen oproep tot verplicht veganisme, maar geeft een idee van het ruimtelijk beslag van ons vlees- en zuivelrijke eetpatroon. De draagkracht van bodem, water en natuur zou leidend moeten zijn in de inrichting van ons land.
⥤
Verhoog de zelfvoorzieningsgraad van eiwitrijke gewassen. Stimuleer en faciliteer het aandeel van in Nederland geteelde producten in levensmiddelen en verkoop.
⥤
Steun ‘van feed naar food’ projecten en stimuleer innovaties zoals Faba Factory (veldbonen) met innovatielabs en ruimte om te experimenteren.
⥤
Verlaag de kosten voor korte duurzame ketens en verhoog de kosten van voedsel van ver weg. Betrek de (glas)tuinbouw nauwer bij de eiwittransitie.
2.1
Meer plantaardig van eigen bodem
⥤
Zet in op veerkrachtige en weerbare productiesystemen en het sluiten van kringlopen.9
⥤
Leg de definitie van dierwaardigheid voor verschillende sectoren vast en maak een routekaart voor de uitwerking van de vijf principes: erkenning van de intrinsieke waarde en de integriteit van het dier, goede voeding, een goede omgeving en goede gezondheid, het kunnen vertonen van natuurlijk gedrag, wat leidt tot een positieve emotionele toestand.10
⥤
Stimuleer boslandbouw, de aanleg van kruidenrijk grasland, natuurvriendelijke oevers en vogelakkers. Agrarisch natuur- en landschapsbeheer moet een sluitend en voorspelbaar verdienmodel bieden.
2.2
Dierwaardige, natuurinclusieve kringlooplandbouw
Dierwaardige, natuurinclusieve kringloopboeren – de koplopers – stuiten op wet- en regelgeving die is ingericht op de gangbare landbouw. Dat leidt tot een ongelijk speelveld en aarzeling in de rest van de sector.11 Veel boeren willen omschakelen, maar het risico is groot.
⥤
Steun de boeren van de toekomst. Zorg voor passende regelgeving en subsidies. Erken de lagere emissies en milieu-impact van dierwaardige, natuurinclusieve kringloopboeren. Roep een algemene pionierssubsidie in het leven voor boeren die niet uit de voeten komen met bestaande regelingen. Vraag provincies en gemeenten om koploperboeren voorrang te geven in de vergunningverlening.
⥤
Stimuleer scholen, verzorgings- en ziekenhuizen, en andere maatschappelijke instellingen om dierwaardige, natuurinclusieve producten op te nemen in hun kantines en catering om de vraag te vergroten.
⥤
Importeer niet wat Europese boeren niet mogen produceren.
2.3
Steun koplopers
3
Gezonde en duurzame voedselpioniers.
Doorontwikkeling van Nederlandse voedselinnovaties, zoals kweekvlees en (precisie)fermentatie, is een win-win: grootschalige productie van vlees en zuivel wordt mogelijk met veel minder dieren, minder grondstoffen, minder land en minder water, dus een lagere weerslag op het milieu. En het biedt exportkansen. Zet Nederland in de markt als voorland van gezonde en duurzame voedselinnovatie.
⥤
Geef voorlichting aan, en start een dialoog met gemeenten, provincies, ketenpartijen en consumenten om hen te informeren en enthousiasmeren over cellulaire landbouw.
⥤
Laat onderzoek uitvoeren naar nieuwe toeleveringsketens en de rol van boeren in de productie van alternatieve eiwitten.
⥤
Maak de overheid ‘launching customer’ van gefermenteerde en gekweekte eiwitproducten.
3.1
Nieuwe verdienmodellen
⥤
Oormerk minstens een kwart van het budget van de Topsector Agri & Food ten behoeve van koploperboeren en voedselpioniers.
⥤
Verbeter vergunningverlening voor onderzoek naar, en de ontwikkeling van, kweekvlees en (precisie)fermentatie.
⥤
Richt het agrarisch onderwijs in op dierwaardig en natuurinclusief boeren. Voeg dierwaardigheid en cellulaire landbouw toe aan het lespakket.
3.2
Kennis en innovatie
⥤
Positioneer Nederland internationaal als eiwitland. Betrek innovatieve voedselbedrijven bij handelsmissies en -verdragen.
⥤
Maak één liaison office over de ministeries heen die opereert, kennis deelt en start-ups helpt met het Europese goedkeuringsproces.
⥤
Dring in de EU aan op versimpeling van goedkeurings- en markttoetredingsprocedures, inclusief etiketteringseisen. Sla hiervoor de handen ineen met andere lidstaten die innovatiegezind zijn.
3.3
Voortrekkersrol
- RIVM, Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018: Een gezond vooruitzicht (2018) ↩︎
- Rode Kruis, ‘Rode Kruis ziet voedselarmoede in Nederland toenemen,’ 15 november 2022 ↩︎
- RIVM, ‘Richtlijnen,’ Wat eet en drinkt Nederland? (2024) ↩︎
- Tussen 2018 en 2021 werd in Nederland 71 keer meer subsidie aan vlees en zuivel verstrekt dan aan alternatieven: 2 miljard euro tegen 28,7 miljoen. ‘Vlees- en zuivelsector krijgen 71 keer meer overheidsgeld dan alternatieven,’ ProVeg, 30 november 2022 ↩︎
- Tenminste houdbaar tot: Bewegen naar een duurzaam voedselsysteem, Brede maatschappelijke heroverweging, 20 april 2020, 125 ↩︎
- Michiel de Krom, Marijke Vonk, Hanneke Muilwijk, Voedselconsumptie veranderen: Bouwstenen voor beleid om verduurzaming van eetpatronen te stimuleren, Planbureau voor de Leefomgeving (2020) ↩︎
- Caring Doctors, Manifest: Ons huidige voedingssysteem, geënt op met name dierlijke eiwitten, is onhoudbaar voor mens, dier en de aarde (september 2022) ↩︎
- Mariska van Sprundel, ‘Veehouderij kost veel meer dan het oplevert,’ NEMO Kennislink, 26 januari 2024 ↩︎
- ‘Het Nederlandse voedselsysteem in 2050: gezond en circulair,’ Wageningen University & Research, 11 juni 2020 ↩︎
- Raad voor Dierenaangelegenheden, Dierwaardige veehouderij (2011) ↩︎
- Caring Farmers, Voorwaarts mars naar een dierwaardige veehouderij (6 december 2023) ↩︎