Vissenmanifest

Vissen zijn prachtige, intelligente dieren die gevoel en emoties hebben. En heel belangrijk: pijn kunnen lijden. Toch gaan wij heel anders met hen om. Vissen lijden ernstig bij de vangst, in kwekerijen en bij de doding.

Jaarlijks worden er in Nederland naar schatting vier miljard vissen gevangen en tien miljoen vissen gekweekt. Ondanks de omvang van deze industrie zijn er nauwelijks welzijnsregels voor het vangen, kweken en doden van de vissen. Dit moet veranderen. De meeste Nederlanders vinden dat vissen betere bescherming verdienen.

Compassion in World Farming, Sea First en de Vissenbescherming hebben samen met de Dierenbescherming het volgende Vissenmanifest opgesteld met tien punten om vissenwelzijn te verbeteren.

Bijna alle vissen die men voor consumptie opvist sterven aan boord óf een langzame dood op ijs óf ze worden levend gefileerd. Dit terwijl elektrische bedwelming voorafgaand aan de dodingsmethode mogelijk is. Hiermee vermijd je onnodige pijn en stress.1 Bij de doding van gekweekte vissen begint dit de standaard praktijk te worden. Deze ontwikkeling zet zich zeer langzaam door op schepen. Zo bedwelmt Ekofish schol.2 Ook kabeljauw kan aan boord bedwelmd worden.3

In de visserij is pijnloze doding nog verre van gangbaar. Voor sommige vissoorten is meer onderzoek nodig, terwijl voor andere de uitdaging ligt in het operationaliseren en valideren van de bestaande technieken. Wij vragen de overheid om samen met de Nederlandse visserijsectoren knelpunten te inventariseren en op basis daarvan een routekaart op te stellen en uit te voeren op weg naar een Nederlandse visserij waarin alle vissen pijnloos gedood worden. Deze kaart zou onder andere bestaan uit onderzoek, implementatie van bestaande technieken en wetgeving.

Naar de effecten van de vangstmethoden die momenteel gebruikt worden op de Nederlandse vissersschepen op het welzijn van de gevangen vissen, is nooit goed wetenschappelijk onderzoek gedaan. De huidige vangstmethoden zijn niet ontwikkeld op een manier dat vissenleed zo veel mogelijk wordt voorkomen, terwijl er wel degelijk verbeteringen mogelijk zijn.4

Voor elke vissoort en vismethode is het van belang om te onderzoeken welke aanpassingen mogelijk zijn om lijden te beperken. Het is al bekend dat fysieke beschadigingen kunnen worden verminderd door netten zonder knopen te gebruiken, de trekduur en treksnelheid te verlagen, door minder diep te vissen en door verdrukking te voorkomen bij het inhalen van de vis door de vis uit het net te pompen, in plaats van op te halen en alle vissen aan boord te storten. Minder vissenleed levert ook voordelen op voor de vissers, omdat vissen die minder stress hebben gehad van betere kwaliteit zijn5. In de keten moet betere kwaliteit een betere prijs op gaan leveren.

Nederlandse vissers vissen op (rivier-)kreeften en -krabben6. Dit zijn ongewervelde dieren. Voor deze diergroep stapelt het wetenschappelijk bewijs dat zij pijn en stress bewust ervaren zich op7. Helaas vertaalt deze kennis zich niet in een diervriendelijkere omgang en als zij in de menselijke voedselketen belanden lijden deze dieren onnodig.

We koken kreeften levend en houden dieren dagenlang in voor hen volstrekt onnatuurlijke situaties in leven, zoals transport in dozen vanaf de boot of in een klein aquarium gepropt met meerdere soortgenoten met dichtgebonden scharen om te voorkomen dat ze elkaars poot afknippen. Dit tot het moment van consumptie wat deze dieren naar alle waarschijnlijkheid veel stress oplevert8.

Er bestaat nog geen gevalideerde, snelle en pijnloze dodingsmethode voor kreeften en krabben. In Noorwegen wordt hier wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. De resultaten daarvan verwachten we binnen enkele jaren9. Als de methode eenmaal beschikbaar is, moet deze zo snel mogelijk wettelijk verplicht worden gesteld. Ook dient het lang in leven houden van kreeften en krabben alvorens de dieren te doden niet meer te worden toegestaan.

Huisvestingssystemen bij viskwekerijen zijn niet ontwikkeld op basis van de behoeften en het gedrag van vissen, maar uit oogpunt van efficiëntie. Wij vinden dat de behoeften van vissen voorop moeten staan en dat voor elke vissoort een diergericht en integraal duurzaam ontworpen huisvestingssysteem moet worden ontworpen.

Om tot het juiste systeem per vissoort te komen vragen wij de overheid onderzoek naar behoeften en gedrag te stimuleren. De nu gemeten parameters, groei, gezondheid en sterfte van vissen, zijn te algemeen en te grof voor het bepalen van het welzijn van vissen.

Stel op basis van welzijnsonderzoek criteria voor welzijnsmonitoring op, en maak daarbij gebruik van bestaande richtlijnen.10 Maak met de sector een verbeterplan en toetsingskader, waarmee wordt voldaan aan de fysiologische- en gedragsbehoeften van iedere vissoort. Neem daarin nieuwe technieken die het mogelijk maken om individueel welzijn te monitoren mee.11 Als blijkt dat bij bepaalde vissoorten überhaupt niet kan worden voldaan aan hun behoeften, zijn deze niet geschikt om te houden.

Bedwelming voor de slacht is momenteel alleen voor paling verplicht, maar alle andere vissen verdienen ook een pijnloze behandeling bij het doden. Voor meervallen zijn er bedwelmingsmethodes ontwikkeld die voldoen aan de adviezen van de European Food Safety Authority (EFSA).12 Wij vragen om deze te verplichten en zo te voorkomen dat jaarlijks honderdduizenden meervallen op pijnlijke wijze worden gedood.

Bedwelmingsmethodes die bij andere vissoorten in gebruik zijn, voldoen momenteel niet aan de adviezen van de EFSA. Wij vragen de overheid daarom te investeren in de ontwikkeling en toetsing van geschikte bedwelmingsmethodes voor alle andere in Nederland gehouden vissoorten, zodat ook deze verplicht ingevoerd kunnen worden.

Hiermee kan Nederland tegemoetkomen aan de Europese eis om vissen bij het doden elke vermijdbare vorm van pijn te besparen.13 Lees voor meer informatie het rapport op ciwf.nl/kweekvisrapport.

De Europese paling is een ernstig bedreigde diersoort.14 De aantallen blijven ondanks terugplaatsingsprogramma’s en inspanningen om de leefomgeving te verbeteren onverminderd laag. Uit een recente evaluatie door de Europese Commissie van de EU Aalverordening,15 blijkt dat de aanwas van de Europese paling zelfs op een ‘historisch dieptepunt’ is.16

Palingen planten zich niet in gevangenschap voort en naast de palingvisserij legt daarom ook de aquacultuursector een grote druk op de ernstig bedreigde diersoort. Nederland is de grootste ‘palingkweker’ van de wereld17 en miljoenen jonge palingen (glasalen) worden jaarlijks uit het wild gevangen om in kwekerijen te verdwijnen. Gezien de risico’s voor de biodiversiteit is dit onverantwoord. Wij vragen de overheid daarom te zorgen voor een verbod op palinghouderijen (‘kwekerijen’) en op de palingvisserij. Vanzelfsprekend moet zorggedragen worden voor een goede uitkoopregeling. Meer informatie over de paling en de kwekerijen op ciwf.nl/kweekvisrapport

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft als taak bedrijven die dieren houden en slachthuizen te inspecteren of ze zich aan de regels voor dierenwelzijn houden. Vissen vallen echter buiten de boot. Behalve zeer incidentele controles of de verplichte bedwelming voor de slacht bij paling plaatsvindt, wordt er niet gelet op dierenwelzijn bij de inspecties in viskwekerijen.18

Wij vragen de overheid daarom de NVWA in samenwerking met het ministerie van LNV instrumenten te geven om te kunnen handhaven op welzijn en haar, net als in de veehouderij, onaangekondigde jaarlijkse controles te laten uitvoeren bij viskwekerijen. Gelet wordt op het welzijn tijdens het houden, transporteren en de slacht van de dieren. Ook raden we aan de effectiviteit van gebruikte bedwelmingsmethodes te controleren om leed te besparen. En we vragen cijfers over onder andere sterfte, ziekte en slacht standaard te registreren.

Er zijn diverse viskeurmerken. Echter, in tegenstelling tot de UK, waar de RSPCA (Engelse Dierenbescherming) welzijnsstandaarden heeft opgesteld voor zalm en forel,19 is er in Nederland geen enkel keurmerk dat de consument concreet inzicht geeft in het welzijn van vissen, want ook bij de biologische standaard is vissenwelzijn niet goed ingeregeld. De afwezigheid van welzijnscriteria geldt voor vissen in kwekerijen en uit de visserij.

Hoewel dierenwelzijn nog geen onderdeel is van bestaande internationale keurmerken zoals MSC (visserij) en ASC (kwekerij), blijkt dat zij wel open staan voor aanpassingen.20 Echter, voor veel vissoorten is er nog niet voldoende bekend over bijv. hoe de dieren pijnloos kunnen worden gedood, welke transportomstandigheden het beste zijn, welk vistuig de minste verwondingen veroorzaakt en óf en zo ja welke kooiverrijking nodig is. Wij vragen de overheid in overleg te gaan met keurmerken en hen te ondersteunen in het opnemen van vissenwelzijnscriteria door onderzoek uit te voeren daar waar kennisgaten bestaan.

In de Europese regelgeving voor het doden van dieren21 is slechts één artikel geldig voor het doden van vissen, namelijk dat men er bij het doden van dieren voor zorgt dat elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden wordt bespaard. Voor vissoorten die hoofdzakelijk in Nederland gekweekt worden (meerval en paling) zijn de condities bekend en is er apparatuur beschikbaar om de vissen snel en pijnloos te kunnen bedwelmen en doden.22

Het plaatsen van bedwelmingsapparatuur is niet afdoende om dierenwelzijn tijdens doding te borgen.23 In Europa zou bij het gehele proces net als bij de slachterijen van dieren in de veehouderij, verplicht toezicht moeten zijn van een functionaris voor het dierenwelzijn, die de bevoegdheid heeft om in te grijpen bij misstanden.

Ook aan boord van schepen zou toezicht tijdens doding ingeregeld moeten worden. Wij vragen de overheid om nu al te onderzoeken hoe dit ‘slim’ kan. We raden aan het door het Europees Parlement aangenomen voorstel voor verplicht cameratoezicht om dumpen van bijvangsten te voorkomen,24 te koppelen aan cameratoezicht op het verwerkingsproces. Het nu aanwezige cameratoezicht in slachterijen van dieren uit de veehouderij kan worden toegepast in kwekerijen en op schepen.25

Het is belangrijk dat vissenwelzijn een integraal onderdeel wordt van het Europese visserijbeleid. We vragen de overheid daarom te stimuleren dat dit onderwerp op de agenda van de vergaderingen van de Europese visserijministers komt. Daarbij is het belangrijk bij te dragen aan de ontwikkeling van soort-specifieke welzijnsregels voor alle veel gevangen vissoorten in de zee- en binnenvisserij. Centraal staat dat het welzijn zowel tijdens de vangst als het doden zo min mogelijk wordt aangetast. Als er voor een soort nog geen vangst- of dodingsmethode beschikbaar is die voldoet aan de opgestelde welzijnsregels, dient er op korte termijn onderzoek gestart te worden om wel tot dergelijke methoden te komen.

Ook voor de aquacultuur is een goed vissenwelzijnsbeleid nodig. Wij vragen daarom niet alleen op nationaal maar ook op Europees niveau de ontwikkeling van soort-specifieke welzijnsregels voor alle gehouden vissen, voor het houden, transporteren en doden te stimuleren.

De uitwerking van de Farm-to-Fork strategie,26 waarbij bestaande wetgeving en beleid op het gebied van transport,27 het houden en doden van dieren aangepast gaat worden, biedt gelegenheid om het welzijn van vissen drastisch te verbeteren.