Tjeerd de Groot neemt afscheid van Tweede Kamer

Het D66-Kamerlid spande zich in voor een positieflijst voor huisdieren, verplichte registratie van katten en een dierwaardige veehouderij.

Tjeerd de Groot

Na het eerdere vertrek van de politieke dierenbeschermers Frank Wassenberg, Leonie Vestering (beiden PvdD) en Erik Haverkort (VVD), neemt nu ook Tjeerd de Groot (D66) na zeven jaar afscheid van de Tweede Kamer.

Voor de dierenbeweging is het een groot verlies; De Groot zette zich als Kamerlid in voor een positieflijst voor huisdieren, het verplicht chippen van katten en het uitfaseren van medisch onnodige ingrepen in de veehouderij, waarbij in 2040 alle stallen redelijkerwijs moeten voldoen aan de eisen van dierwaardigheid.

D66 haalde in de verkiezingen van november één zetel te weinig voor De Groot om door te gaan. Hij verving tot deze week Ilana Rooderkerk, die met zwangerschapsverlof was.

Eerste successen

De Groot maakte eind jaren negentig carrière bij wat toen nog het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heette. Hij werd beleidsmedewerker en politiek adviseur van D66-minister Laurens Jan Brinkhorst. In die hoedanigheid schreef hij mee aan de Nota Houden van dieren, een aanzet tot verbetering van dierenwelzijn in de veehouderij.

Een van De Groot’s eerste wapenfeiten in de Tweede Kamer was de strikte handhaving op het ‘couperen’ van paarden. Hoewel het al sinds 2001 was verboden om de staarten van paarden af te knippen, gebeurde het in 2017 — toen De Groot voor het eerst in de Kamer kwam — nog routinematig. Mede op zijn aandringen, besloot minister Carola Schouten (CU) in 2020 over te gaan tot een totaalverbod in de Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing.

De Groot spande zich ook in voor een positieflijst voor zoogdieren, een dertig jaar oude belofte die dit jaar wordt waargemaakt. Soorten die niet op de lijst staan, mogen vanaf 1 juli niet meer als huisdier worden gehouden. De Groot diende samen met PvdA-Kamerlid William Moorlag een motie in om ook positieflijsten voor amfibieën, reptielen en vogels te eisen.

Sinds 2013 is het chippen en registreren van honden verplicht. Voor katten geldt die plicht niet. Na een motie van De Groot werd in de gemeenten Amsterdam en Alphen aan den Rijn een pilot uitgevoerd met het chippen van katten. Vorig jaar liet minister van Landbouw Piet Adema (CU) de Tweede Kamer weten dat er een landelijk verplichting komt. Daarmee kunnen hopelijk alle ruim 62.000 katten die ieder jaar zoek raken, met hun baasjes worden herenigd.

D66 diervriendelijker

Als Kamerlid herijkte De Groot het D66-beleid voor dierenwelzijn en schreef hij een plan voor kringlooplandbouw. Zijn invloed is ook terug te zien in de verkiezingsprogramma’s van de partij.

Waar D66 in 2012 nog in het algemeen pleitte voor ‘diervriendelijke landbouw’ met ‘meer ruimte’ voor dieren om hun natuurlijke gedrag te vertonen, werden daar in 2017 concrete voorstellen aan verbonden: zo weinig mogelijk gebruik van antibiotica; geen veetransporten meer over lange afstanden; dierproeven en onverdoofde slacht — ook van vissen — terugdringen; en verdubbeling van de soortenrijkdom in Nederland.

In 2021 werden de ambities op dierenwelzijn bij D66 nòg groter met voorstellen om de intensieve visserij af te bouwen, het aantal kippen en varkens in Nederland te halveren, kooien uit te faseren, veetransporten te beperken tot 4 uur, en landbouwsubsidies alleen in te zetten voor kringlooplandbouw en agrarisch natuurbeheer.

De Groot wierp zich op als pleitbezorger van kweekvlees, een techniek om dierlijk vlees te produceren zonder dieren te slachten. Hij wist meerderheden te vinden voor moties om de ontwikkeling van kweekvlees te ondersteunen, proeverijen mogelijk te maken en alternatieve eiwitten zoals kweekvlees op te nemen in het volgende werkprogramma van de Europese Commissie. De eerste proeverijen worden later dit jaar verwacht.

Dierwaardige veehouderij

De Groot kreeg ook steun voor moties om de bio-industrie uit te faseren en medisch onnodige ingrepen bij dieren — zoals het afbranden van biggenstaarten en het onthoornen van kalveren — te stoppen.

Deze maand diende hij met VVD-Kamerlid Thom van Campen een amendement in op de Wet dieren om te voorkomen dat de wijziging uit 2021 helemaal zou worden teruggedraaid. Minister Adema had voorgesteld om een drie jaar oud amendement van Leonie Vestering (PvdD) weer uit de wet te halen, die het verbood om dieren pijn of letsel toe te brengen, dan wel in hun gezondheid of welzijn te benadelen, met als doel ze op een bepaalde manier te huisvesten. Een alternatief amendement van de Partij voor de Dieren om dit alsnog te regelen, werd door de Tweede Kamer niet aangenomen. Het tussenvoorstel van D66 en VVD haalde het wel: 99 van de 150 Kamerleden steunden dit voorstel.

Het amendement van De Groot en Van Campen verankert de leidende principes voor dierwaardigheid — goede voeding, een comfortabele en veilige omgeving met een goed klimaat, waarborgen voor een goede gezondheid en het voorkomen van pijn, voldoende mogelijkheden om te voorzien in hun gedragsbehoeften en een positieve emotionele toestand — in de wet. Uiterlijk in 2040 moet de omschakeling naar een dierwaardige veehouderij redelijkerwijs zijn gemaakt.

De Dierencoalitie grijpt het vertrek van De Groot aan om te beginnen met een nieuwe serie Dierenwelzijn in de Tweede Kamer, waarin we de inzet van Kamerleden op dierenwelzijn monitoren.