Dieren zijn bewust en kunnen positieve en negatieve gevoelens ervaren, zoals plezier, vreugde, angst en stress. Hoe kunnen we dieren zo goed mogelijk beschermen? Geven we ze de kans om te genieten van het leven? Of is dat voorbehouden aan mensen? Met andere woorden: wat is de rechtspositie van dieren in onze samenleving, en hoe kunnen we die rechtspositie verbeteren?
Over deze vragen werd maandag 26 september gesproken op het symposium De rechtspositie van het dier in Amsterdam. Het symposium werd georganiseerd door de Dierencoalitie in samenwerking met Eva Meijer, Bont voor Dieren en Caring Vets.
Het werd een zeer geslaagde en inspirerende conferentie. De dag werd geweldig geleid door Andrea van Pol, die de verschillende lezingen en debatten met veel kunde en humor tot een mooi geheel maakte. We willen alle sprekers, deelnemers en aanwezigen hartelijke danken voor hun deelname. Speciale dank gaat uit naar de Hans van Eck Stichting en de Amsterdam School for Cultural Analysis. Hun steun maakte het mogelijk om dit symposium te organiseren.
Veel op het spel
De dag werd ingeleid door Eva Meijer, postdoctoraal onderzoeker aan de Wageningen Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Eva slaat direct de spijker op de kop als ze vertelt dat er een groot gat bestaat tussen wetenschap en politiek. Enerzijds leren we steeds meer over de innerlijke levens van dieren en neemt het wetenschappelijk en maatschappelijk debat toe. Anderzijds beperken mensen de leefgebieden van dieren, verstoren mensen dierenculturen en neemt de consumptie van dieren toe. Dat staat haaks op elkaar.
De politiek heeft veel vertrouwen in de wetenschap, maar niet als het om dieren gaat. Alle inzichten en bewijzen dringen nauwelijks door in beleid om het welzijn van dieren te verbeteren. Volgens Eva kunnen we veel leren van andere dieren en moeten we het echt anders gaan doen:
We gaan het vandaag over die toekomst hebben. Er staat veel op het spel.
Geen geduld voor sociale koeien
Columnist Bibi Dumon Tak vertelt over Koeienrusthuis De Leemweg, een stichting waar koeien worden opgevangen die zijn ontsnapt uit het slachthuis, die zijn verwaarloosd of die een pensioen is gegund na een leven lang hard te hebben gewerkt. Bibi weet emotie los te maken in de zaal met verhalen over de verschillende karakters die bij De Leemweg wonen en hebben gewoond. Koe Claartje ontsnapte uit de vrachtwagen op weg naar de slacht. In blinde paniek sprong ze door een etalage. Daar werd ze gevangen en verdoofd, om naar het slachthuis terug te worden gebracht. Claartje werd echter vrijgekocht en mocht naar De Leemweg, waar ze enkele maanden later beviel van zoon Rinus. Moeder en zoon hebben twintig jaar samen geleefd.
Bibi vertelt dat zo’n lange vriendschap in de veehouderij onbestaanbaar is. De koeien worden er gemiddeld maar zes jaar oud.
Er is dan ook geen tijd voor dierencultuur en alle kennis gaat verloren. Koeien kunnen niets aan elkaar overdragen. Sterker nog: koeien die hun stem gebruiken, babbelen en contact zoeken, worden lastig gevonden en gaan als eerste weg.
Bibi vertelt dat Coöperatie Rundveeverbetering op haar website vermeldt hoe geweldig het is dat de melkproductie het afgelopen jaar weer hoger was. Hieruit zou moeten blijken dat onze vee-industrie tot de wereldtop behoort. Maar nergens worden de werkers, namelijk de koeien, stieren en kalfjes, genoemd. Voor Bibi is duidelijk: voor de industrie is dierenwelzijn van compleet ondergeschikt belang.
Grondrechten voor dieren
Dat vindt ook Leonie Vestering, Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren. Per dag worden er 1,6 miljoen dieren geslacht. 120 miljoen dieren staan opgesloten in stallen: je ziet ze niet, maar ze zijn er wel. We slepen tientallen miljoenen dieren de wereld over. Iedere vorm van rechtsbescherming zou volgens Leonie veel impact hebben omdat het om zulke grote aantallen gaat. Nu is er nauwelijks bescherming:
Als er echt rechten voor dieren zouden zijn, zouden alle stallen leeg moeten zijn. Daarom moeten er grondrechten komen. Nu zijn er wel wetten, maar die bevatten veel mogelijkheden voor uitzonderingen. De Wet dieren, artikel 2.1 zegt dat het verboden is pijn of letsel te veroorzaken. Behalve als het een redelijk doel dient. Deze toevoeging, biedt een grote vrijbrief. De wettelijke basis geeft dus onvoldoende houvast! De interpretatie is totaal niet gewaarborgd. Effectief handhaven is dus ook een groot probleem.
Het specifieker maken van de Wet dieren kan een instrument zijn om handhavers te laten optreden. Daarom heeft de PvdD een wijziging op de Wet dieren ingediend. Er is wat Vestering betreft geen tijd te verliezen. Niet alleen schort het enorm aan dierenwelzijn; ook als het gaat om de volksgezondheid, ruimte, zoönosen, klimaat en water is de situatie nijpend. Het toekomstperspectief voor de boeren is volgens haar plantaardig. De veehouderij is in de huidige vorm onhoudbaar.
Een andere juridische kijk
De volgende spreker is Eva Bernet Kempers, PhD-kandidaat in Dier en Recht aan de Universiteit van Antwerpen. Zij stelt dat de traditionele, juridische benadering van het dier toe is aan herziening. Die veronderstelt twee, tegengestelde uitgangsposities. De ene uitgangspositie is die van de rechtspersoon die rechten heeft en de andere, daar aan tegengestelde uitgangspositie is die van het rechtsobject dat geen rechten heeft. Dieren hebben geen rechten en zijn rechtsobjecten in onze maatschappij:
Wanneer men vanuit dit paradigma de juridische status van het dier zou willen verbeteren, kan dat eigenlijk alleen als een dier transformeert naar een rechtspersoon.
Dat zou nog wel eens lang kunnen duren. Eva stelt een alternatieve benadering voor: In plaats van eigenschappen die lijken op die van mens, zijn relaties tussen mensen en andere dieren de basis voor rechten. Deze benadering reflecteert een gestage evolutie naar rechtspersoonlijkheid. In dat geval bestaat er geen situatie met of in het geheel geen rechten of juist volledige rechtsbescherming, maar vindt een ontwikkeling plaats zodat er al stappen kunnen worden gezet.
Eva noemt een aantal stappen, zoals het verbod op diergebruiken, het inperken van eigendomsrecht en het voeren van rechtszaken. Ook het erkennen van dieren als volledige rechtspersoonlijkheden draagt sterk bij. Zo heeft Ecuador als eerste land wettelijke rechten toegekend aan individuele wilde dieren.
Dierenrechten schieten nog tekort
Helaas kon VVD-Kamerlid Erik Haverkort vanwege een debat in de Tweede Kamer niet in persoon aanwezig zijn op het symposium. Hij heeft een videoboodschap ingezonden, waarin hij vertelt over de Wet dieren. Er is naar zijn mening teveel ruimte voor interpretatie van de wet. Het pijnigen van dieren moet worden vermeden mits dit redelijkerwijs kan worden gerealiseerd. Erik stelt dat er nu alleen kan worden opgetreden als er echt onrecht wordt begaan. Dat is niet genoeg.
De lezing van Janneke Vink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Dierenrecht, sluit naadloos aan op deze boodschap. In 1981 werd de intrinsieke waarde van het dier erkend en werd onderschreven dat dierenrechten het dier zelf (ook) moeten dienen. Dieren werden in juridische zin beschermingswaardig. ‘Maar dient het dierenrecht in de praktijk dieren voldoende?’ vraagt Janneke zich af. Dit hangt volgens haar af van de inrichting, vormgeving en handhaving van de rechtsbescherming.
Ten aanzien van de inrichting, is de bescherming van dieren gebruikscontext-afhankelijk. Zo zijn er bijvoorbeeld andere regels voor huisdieren, productiedieren, proefdieren en wilde dieren. Hoeveel leed dieren mag worden berokkend, hangt af van de context.
Ten tweede bevat het dierenrecht veel open normen. De consequentie daarvan is het legitimeren van leed. Dierenmishandeling is namelijk toegestaan als het een proportioneel doel dient volgens de wet. Een redelijk doel voor stress en pijn is vaak niet duidelijk. Wat door het recht gelegitimeerd wordt, dient de mens en niet het dier.
Verder is de vraag hoe goed wordt gehandhaafd. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kampt met een capaciteitsproblemen. Minder dan 4 procent van de bedrijven wordt gecontroleerd op naleving.
Vormgeving, inrichting en toepassing zorgen dus niet dat belangen van dieren voldoende worden meegewogen. Het dierenrecht functioneert onvoldoende.
Er zijn verschillende oplossingen denkbaar voor dit probleem. Er dient goede handhaving vanuit de overheid te zijn evenals erkende, politieke verantwoordelijkheid, grondrechten voor dieren, concrete wetgeving en de mogelijkheid tot rechtsvordering welke door elke burger, ook indien niet direct belanghebbend, kan worden aangesproken. ‘Maar uiteindelijk is er een radicale wijzing van het rechtsinstituut nodig,’ besluit Janneke haar lezing.
De problemen zijn namelijk van institutionele aard, dus de oplossingen moeten dat ook zijn.
Nieuwe definitie van ‘dierenwelzijn’
D66-Kamerlid Tjeerd de Groot stelt dat de landbouw in moreel, maar ook in ecologisch en economisch opzicht failliet is. Eén van de oplossingen is kringlooplandbouw. Dat houdt onder meer in: geen voedsel aan dieren geven dat mensen ook kunnen eten en een gezond en rijk bodemleven.
Daarnaast is een belangrijke factor het verbeteren van dierenwelzijn. Daartoe moet eerst de definitie van ‘dierenwelzijn’ worden herzien. In plaats van ‘vrij van lijden’ moet er erkenning komen dat dieren recht hebben op een goed leven. Voorts dient er duidelijkheid te komen over hoe de intrinsieke waarde van het dier tot uiting kan komen in de praktijk. De Raad voor Dieraangelegenheden zou volgens Tjeerd bindend advies kunnen geven.
Ook de consument moet verantwoordelijkheid nemen. Dat zou kunnen worden bespoedigd door QR codes te plaatsen op producten, waarmee wordt verwezen naar de oorsprong van het product, namelijk een levend dier.
Dit alles is een ontwikkeling, nog ver weg van perfectie. Maar er is een begin gemaakt in het coalitieakkoord.
Wie komt er voor dieren op?
Marjolein de Rooij vertelde in een deelsessie over de Vakbond voor Dieren. Een vakbond heeft een private rol om afspraken te maken tussen werkgevers en werknemers en daarnaast een rol bij de overheid. Dit leidt stapsgewijs tot, uiteindelijk, belangrijke veranderingen.
Dieren in de veehouderij hebben onveilige werkomstandigheden: het werk is fysiek zwaar, er is slechte voeding, ze hebben geen rust, vakantie of pensioen, en geen inspraak of medezeggenschap. De Vakbond voor Dieren streeft naar het toekennen van arbeidsrechten. De vakbond verbetert de communicatie tussen werkgever en werknemer, en wil dieren bij de besluitvorming betrekken.
De Caring Vets lichtten bij monde van Kitty de Vries in een deelsessie het concept van een dierenombudsmens uit. Dat is wereldwijd geen vreemd verschijnsel. Het eiland Madeira en Oostenrijk kennen al een ombudsman als institutionele entiteit voor de verdediging van de rechten en het welzijn van dieren. Er volgde een interessante discussie over het effect van het instellen van een ombudsmens en de vertaalslag voor het dier in de praktijk.
Leonie Bach Kolling, docent aan de Radboud Universiteit, nam de deelnemers mee in een voorbeeld van een ecologische ramp: de olielekkage in Peru begin 2022 waarbij alle vissen in het gebied stierven. 7.000 vissers ervoeren de gevolgen hiervan in hun bedrijfsvoering. Belangenorganisaties vorderen namens de Peruaanse vissers schadevergoeding van het Nederlands oliebedrijf bij de Nederlandse rechter. Leonie besprak privaatrechtelijke mogelijkheden om dierenwelzijn af te dwingen en te waarborgen.
Wat we nu kunnen doen
Na de breakout sessies, was er een paneldiscussie onder leiding van Jan Staman, voorzitter van de Raad voor Dieraangelegenheden.
Advocaat Jaap Baar uitte twijfel over grondrechten voor dieren, omdat rechten ook plichten met zich meebrengen. Collega Sander Wagemakers bracht in dat de grondrechten die we als mensen hebben, bij wet aan beperkingen onderhevig zijn. Dat zal ook voor dieren het geval zal zijn. Petra den Boer denkt dat rechters terughoudend zullen zijn zolang dieren geen rechtspersoonlijkheid hebben. Dit betekent volgens haar ook terughoudendheid zolang we in een ’tussenfase’ zitten van de ontwikkeling van dierenrecht.
Het panel is het eens dat er veel winst te behalen valt in een betere invulling en naleving van al bestaande wetten. Dat levert op kortere termijn meer op dan wanneer er wordt gewacht op nieuwe wetten. Er is meer mogelijk dan vaak wordt gedacht. Er zijn bijvoorbeeld mogelijkheden binnen civiele rechtszaken (dit ligt op het vlak van het rechtsfeit van een onrechtmatige daad). En de Wet dieren kent open normen die op zichzelf wel te handhaven zijn via het bestuursrecht.
Jinke Hesterman, oprichter van Levende Have, vindt dat dieren worden gedeformeerd en op die manier worden aangepast aan de bruikbaarheid, terwijl volgens haar de welzijn en gezondheid van een dier nooit van onderschikt belang zouden mogen zijn in de fokkerij. Ruud Zanders, medeoprichter van Kipster, is het met Jinke eens. Hij doet een oproep om de verbinding met boeren te blijven zoeken. De veehouderij zal niet binnen een paar decennia verdwijnen. Dus moeten we aan de slag met wat we nu kunnen.
Het panel is het er over eens dat we de transitie naar een dierwaardige veehouderij, in elk geval met elkaar moeten waarmaken. Keuzes van de consument, zijn gedreven door onwetendheid. Daarin zou betere informatievoorziening kunnen helpen. Janneke Vink, die zich in de discussie mengt, denkt ook dat de consument beter moet worden geïnformeerd. Zij heeft er vertrouwen in dat de consument dan ook andere keuzes zal maken.
Eva Meijer sluit het debat en de dag af:
We hebben iedereen nodig. Ook al zijn we het niet altijd met elkaar eens. We houden elkaar juist door die discussie scherp. Het symposium is een krachtige aanzet om hier verder over na te denken.