De Coalitie Dierenwelzijnsorganisaties Nederland (CDON) is niet in de gelegenheid gesteld om te reageren op het ambtelijk concept van de Wet natuur, noch om deel te nemen aan de maatschappelijke consultatie daarover, maar we zijn via aangesloten organisaties wel van de ontwikkelingen op de hoogte gehouden. Het nu gepubliceerde voorstel is zo teleurstellend, dat we ook als coalitie menen te moeten reageren.
In deze reactie gaan we vooral in op de visie van de opstellers van het wetsvoorstel op dieren, zoals die tussen de regels door te lezen valt. Het gaat hier om een in onze ogen zeer gebrekkige en in het geheel niet onderbouwde visie, die bovendien voorbijgaat aan de (normatieve) uitgangspunten van de Flora- en faunawet en van de eerder dit jaar in de Eerste Kamer aangenomen Wet dieren, in het bijzonder aan de erkenning van de intrinsieke waarde van het dier.
Het is voor ons onbegrijpelijk dat twee wetten met verstrekkende gevolgen voor talloze dieren, afkomstig van hetzelfde ministerie, een dergelijk gebrek aan samenhang vertonen.
Bij de Wet natuur zoals voorgesteld, is het gevaar groot dat dit gebrek aan normatieve consistentie doorwerkt in de lagere regelgeving, omdat veel bevoegdheden aan de provincies worden gedelegeerd. Deze krijgen als bestuurslaag weinig met de Wet dieren te maken; het is dus niet onvoorstelbaar dat zij niet op de hoogte zijn van de uitgangspunten en kernbegrippen van die wet, voor zover die mede betrekking hebben op in het wild levende dieren.
De samenhang tussen bepaalde uitgangspunten en artikelen van de Wet dieren en het onderhavige wetsvoorstel heeft ons inziens ook consequenties voor de bescherming van de (directe) leefomgeving van alle in Nederland in het wild levende dieren, zowel als voor de (concept-)regelgeving ter bescherming van van oorsprong wilde dieren die gehouden (mogen) worden.