Partijen vinden elkaar in DierenDebat, maar discussie over veehouderij en wolf

De grote splijtzwam is de toekomst van de veehouderij, maar de wolf zette het DierenDebat op scherp.

Tjeerd de Groot Erik Stegink Laura Bromet Femke Zeedijk

Dierenwelzijn is een gemene deler onder partijen van links tot rechts. Dat bleek vrijdag 3 november in het DierenDebat. Partijen vinden elkaar in noodhulp voor dieren tijdens rampen, en ook over de gestegen kosten van de dierenarts was veel overeenstemming. Partijen verschillen van mening over een dierwaardige veehouderij. De terugkeer van de wolf in Nederland bracht emotie los in het debat, maar ook daar werden overeenkomsten gevonden.

In de verkiezingscampagne is dierenwelzijn een onderbelicht thema. Om die reden organiseerden de Dierencoalitie, de Dierenbescherming en het Centre for Sustainable Animal Stewardship — een samenwerking tussen de faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht en Animal Sciences Group, Wageningen University & Research — het DierenDebat. Onder leiding van Frits Wester, parlementair verslaggever van RTL Nieuws, gingen BBB, D66, GroenLinks/PvdA, NSC, Partij voor de Dieren, PVV en VVD in discussie over vier onderwerpen.

Het hele debat is bij Nieuwspoort terug te zien.

Dierwaardige veehouderij, maar hoe?

Voor NSC, PVV en VVD staat een toekomstbestendig verdienmodel voor boeren centraal. Maar waar de VVD geen spanning voelt tussen het belang van dieren en de houder, ziet Nieuw Sociaal Contract wel ruimte voor verbetering. ‘Varkenszeugen hebben echt ruimte nodig om een nest te bouwen en ook het transporteren van kalveren over heel Europa, dat moeten we minder gaan doen,’ vond Femke Zeedijk, kandidaat-Kamerlid voor de partij van Pieter Omtzigt.

Volgens D66, GL/PvdA en PvdD moet het roer om. De drie partijen willen dat de veehouderij wordt aangepast aan dieren in plaats van andersom. Dat betekent dat dieren hun natuurlijke gedrag moeten kunnen uiten en dat er een einde komt aan onnodige ingrepen, zoals het preventief afbranden van varkensstaarten. De drie zien dan ook geen toekomst voor intensieve veehouderij in Nederland. ‘Er zijn genoeg boeren die het heel goed doen,’ zei Laura Bromet (GroenLinks), ‘dus het kan!’

Op de boerderij van Erik Stegink kunnen de varkens — mét staart — naar buiten en spelen in de modder. De BBB’er ziet echter ook voordelen in de intensieve veehouderij: grote bedrijven met veel dieren hebben de draagkracht om te investeren in dierwaardigheid maar ook in technieken voor voedselveiligheid.

Liever één grote boerderij met 140 dieren dan 10 kleine met 14 dieren.

Een dierwaardige veehouderij kan volgens de BBB alleen als consumenten meer gaan betalen voor dierlijke producten. Waar Stegink geen brood ziet in kweekvlees als alternatief is D66 juist een groot voorstander. Tjeerd de Groot ziet kansen voor Nederlandse bedrijven. Bromet twijfelt: kweekvlees en ook (precisie)fermentatie kunnen alternatieven bieden voor consumenten, maar of het een alternatief biedt voor boeren?

Zorg voor dieren tijdens rampen

In 2021 overstroomde een groot deel van Limburg. In 2022 en 2023 kwamen duizenden huisdieren uit Oekraïne ons land binnen. De overheid leverde noodhulp aan mensen, maar de zorg voor dieren was incidenteel en vaak op privaat initiatief. Dat moet anders, vinden de partijen.

Volgens Erik Haverkort (VVD) is hard gewerkt aan een plan dat nu handen en voeten moet krijgen. Een aangenomen motie van de PvdD, D66 en PVV moet ervoor zorgen dat noodhulp aan dieren een vast onderdeel wordt van landelijk rampenbeleid. Dierenambulances en -asiels kunnen zo tijdens een ramp beter samenwerken met brandweer en politie en zorg voor dieren wordt na een ramp geborgd.

Dion Graus (PVV) mist het gevoel van urgentie:

Moties en verzoeken om dierenwelzijn te verbeteren worden niet uitgevoerd, daar zit het probleem.

De volgende stap is volgens Frank Wassenberg (PvdD), net als Graus afkomstig uit Limburg, uitbreiding van natuurgebied en daarmee de bescherming van dieren die daar leven. Meer natuur betekent bijvoorbeeld minder kans op overstroming bij zware regenval, waardoor er ook minder dieren in het wild omkomen.

Wie betaalt de dierenarts?

Dierenartsen zien dat mensen zorg voor huisdieren uitstellen, omdat ze het moeilijker kunnen betalen. Moet de overheid helpen?

De VVD vindt van niet. Wie een huisdier neemt, moet zich bewust zijn van de (financiële) verantwoordelijkheid, zei Haverkort. Dat vond Bromet te kort door de bocht:

Ik zou het erg vinden als je rijk moet zijn om je een huisdier te kunnen veroorloven.

Ook konden mensen die een aantal jaar geleden een huisdier aanschafte de inflatie niet zien aankomen.

GL/PvdA zoekt, net als NSC, de oplossing in het algemeen verbeteren van de bestaanszekerheid, zodat mensen óók de dierenarts kunnen betalen. De PvdD wil dat zorg voor dieren, net als zorg voor mensen, wordt vrijgesteld van btw.

Dezelfde drie partijen maken zich zorgen over internationale investeerders die dierenartspraktijken opkopen. Dat leidt volgens hen steevast tot hogere tarieven.

Wolf brengt emoties los

Bij de laatste discussie, over de wolf, kwamen de emoties los. BBB en NSC zijn het erover eens dat ‘probleemgevende’ wolven moeten kunnen worden afgeschoten. Graus reageerde fel: Nederland leidt volgens hem aan het ‘roodkapjesyndroom’. Wolven zijn schuwe dieren die, als ze kans krijgen, mensen altijd uit de weg zullen gaan.

Er zijn in andere landen geen incidenten bekend tussen wolven en mensen.

Er worden veel meer schapen doodgebeten door honden. ‘Moeten we al die honden dan ook maar afschieten?’ vroeg Graus zich af.

D66 ziet, net als de PVV, GL/PvdA en PvdD, de terugkeer van de wolf in Nederland als een goed teken. ‘De wolf is een politieke totempaal die staat voor veel meer,’ zei De Groot.

Het gaat over hoe we ons moeten verhouden tot de natuur. Als we de natuur integreren als onderdeel van ons leven, van tuin tot voedselproductie, dan ben je slim bezig.

Wassenberg van de PvdD voegde toe dat de wolf bijdraagt aan natuurbeheer, bijvoorbeeld op de Veluwe.

Alle politieke partijen zijn het er wel over eens dat boeren wolfwerende maatregelen moeten treffen, zoals schrikdraad rond het graasgebied van schapen. En dat als boeren toch vee aan de wolf verliezen, ze daar een schadevergoeding voor krijgen.

Dierenkieswijzer

Voorafgaand aan het debat verscheen de Dierenkieswijzer, waarin de meningen van kiezers worden vergeleken met de standpunten van de 14 grootste politieke partijen.

Uit het onderzoek, uitgevoerd door Kieskompas, blijkt dat de meeste kiezers beduidend diervriendelijker zijn dan de fracties in de Tweede Kamer. Zo wil vier op de vijf Nederlanders — ook kiezers van BBB, NSC en VVD — dat dieren in de veehouderij hun natuurlijke gedrag kunnen uiten. Dit betekent dat varkens kunnen wroeten, geiten kunnen klimmen en kalfjes bij de koe kunnen drinken.

Ook vinden de meeste kiezers dat dieren iedere dag naar buiten moeten kunnen en dat er een einde moet komen aan onnodige lichamelijke ingrepen bij dieren, zoals het afbranden van varkensstaarten, en methoden die de productie per dier verhogen, zoals de extreme groei van plofkippen. Twee derde van de kiezers steunt een verbod op megastallen. Zelfs negen op de tien kiezers wil verplichte maatregelen om stalbranden te voorkomen.