De afbouw van dierlijke eiwitten is van belang om het voedselsysteem in Nederland duurzamer, gezonder en veerkrachtiger te maken. Minder consumptie van vlees, vis en zuivel is beter voor dieren, beter voor het milieu en beter voor onze gezondheid. Toch beperkt het overheidsbeleid zich tot het aanmoedigen van meer plantaardige voeding.
In opdracht van de Dierencoalitie, ProVeg Nederland, Transitiecoalitie Voedsel, World Animal Protection Nederland, Varkens in Nood en Compassion in World Farming Nederland heeft adviesbureau NewForesight onderzocht wat de barrières zijn rondom de afbouw van de consumptie van dierlijke eiwitten. Daaruit volgen vier aanbevelingen om de eiwitconsumptie in 2030 gelijk te trekken naar 50 procent dierlijk en 50 procent plantaardig, oftewel: het nieuwe half-om-half.
‘Voor deze transitie is het nodig dat de overheid nu een duidelijke strategie kiest om de stip op de horizon (een gezondere en duurzamere voedselomgeving) te behalen.’
1. Duidelijke en werkbare missie vormen op afbouw van dierlijke eiwitten
Een duidelijke en werkbare missie is essentieel voor complexe veranderprocessen. Deze missie moet de problematiek erkennen, commitment geven voor de lange termijn, bijbehorende werkbare doelstellingen uitwerken en voorwaarden scheppen voor andere stakeholders om bij te dragen.
We zien in de Nationale Eiwitstrategie dat aan niet alle voorwaarden wordt voldaan. Met name de werkbare doelstellingen specifiek op de afbouw van dierlijke consumptie mist. Het is van belang dat de overheid in gesprek met andere stakeholdergroepen de missie op afbouw dierlijk concreter maakt.
2. Blijf de urgentie voor de afbouw van dierlijke eiwitten benadrukken
Informatievoorziening richting de maatschappij en vooral ook het bedrijfsleven is van belang voor bewustzijn omtrent de noodzaak van de afbouw van de consumptie van dierlijke eiwitten.
Momenteel is het momenteel niet duidelijk hoe de problematiek rondom de hoge consumptie van dierlijke eiwitten samenhangt met veel andere problemen.
3. Prijsmaatregelen die leiden tot een eerlijke verdeling van voedselprijzen
Financiële prikkels kunnen de opbouw van duurzaam- en afbouw van niet-duurzaam stimuleren, en daarbij zorgen voor een terugsluis naar de producerende sector. Door lagere prijzen op duurzaam en een terugsluis naar lagere inkomens wordt voedsel niet zozeer duurder, maar wordt de verdeling van prijzen rechtvaardiger.
Interventies aan de bron (bij productie, niet consumptie) zijn met name effectief. Beleidsmaatregelen zoals het verhogen van de prijzen van dierlijke eiwitten en het goedkoper maken van alternatieven, kunnen duurzame consumptiepatronen bevorderen en de consumptie van dierlijke eiwitten verminderen.
4. Zet normering in om de voedselomgeving aan te passen op de gestelde doelverhouding van 50 procent plantaardige en 50 procent dierlijke eiwitten
We zien volop concurrentie en sectorbrede samenwerking op consumptie van plantaardige eiwitten. Dit moet zich vertalen naar een voedselomgeving met grotere beschikbaarheid van plantaardige eiwitten, en kleinere beschikbaarheid van dierlijke eiwitten.
Naast dat het bedrijfsleven hier aan moet werken, speelt de overheid een cruciale rol. Het is aan de overheid normering hieromtrent in te zetten richting voedselaanbieders (retail, horeca, en cateraars).
Lees het rapport
Download het volledig rapport van NewForesight.