Naar een dierwaardige visserij en aquacultuur

Vissen zijn intelligente dieren met gevoel en emoties. En heel belangrijk, ze kunnen pijn, angst en stress ervaren. Hiervoor is inmiddels uitgebreid wetenschappelijk bewijs. Ook voor andere waterdieren, zoals kreeften, krabben en inktvissen, stapelt het bewijs zich op. Toch zijn er vrijwel geen regels om het welzijn van deze dieren te beschermen.

In Nederland worden jaarlijks naar schatting zo’n 3,5 miljard vissen gevangen en ruim 14 miljoen vissen gehouden in kwekerijen. Dat zijn ruim acht keer zoveel dieren als in de veehouderij. De Europese Unie en haar lidstaten erkennen vissen ‘als wezens met gevoel’ waarmee in principe ’ten volle rekening’ moet worden gehouden. Maar toch worden vissen aan praktijken onderworpen die hun ernstig leed berokkenen en zelfs volstrekt onaanvaardbaar zijn in de veehouderij.

Zo worden dieren veelal zonder verdoving geslacht door hen bij vol bewustzijn open te snijden of te laten stikken op ijs. Vangstmethodes leiden vaak tot letsel en ziekte- en sterftecijfers in kwekerijen kunnen zeer hoog zijn. De Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) concludeerde dan ook dat er meer aandacht moet komen voor vissenwelzijn. En ook veruit de meeste Nederlanders vinden dat vissen betere bescherming verdienen en zijn bereid meer te betalen voor vissen die een beter leven hebben gehad, blijkt uit onderzoek.

Nu de overheid ernaar streeft dierenwelzijn in Nederland te verbeteren door het realiseren van een ‘dierwaardige veehouderij’ volgens de zes principes van de RDA, mogen de vissen niet vergeten worden. Goed dierenwelzijn is bovendien essentieel in een duurzame visserij en aquacultuur en is onlosmakelijk verbonden met andere duurzaamheidskwesties, zoals gezondheid, biodiversiteit en voedselveiligheid. Dierenwelzijn behoort dan ook een plaats te krijgen in de beleidsplannen zoals ‘Visie voor voedsel uit zee en grote wateren’. Wij vragen de betrokken politici en beleidsmakers daarom de zes principes van de RDA ook toe te passen op de behandeling van vissen en andere waterdieren en te streven naar een ‘dierwaardige visserij en aquacultuur’.

Duizelingwekkende aantallen dieren

Jaarlijks worden er wereldwijd zo’n 124 miljard vissen gehouden in kwekerijen en gedood. Ter vergelijking, jaarlijks worden 90 miljoen zoogdieren (zoals koeien en varkens) en 70 miljard kippen gedood.

Tussen 1,1 en 2,2 biljoen (dat is 1000 miljard) vissen wordt uit het wild gevangen en gedood. Een onvoorstelbaar aantal. Wilde vissen beslaan maar liefst 87,5 procent  van alle gewervelde dieren die gedood worden voor voedsel of diervoer.

De toekomst is dierwaardig

Vis

In de laatste jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor het welzijn van vissen en andere aquatische dieren. Wetenschappelijk onderzoek toont keer op keer de intelligentie, het complexe gedrag en pijn- en stressbeleving bij deze dieren aan.

Veruit de meeste Nederlanders (72 procent) vinden dat het welzijn van vissen evenveel bescherming verdient als dat van andere productiedieren. Ook in de primaire sector en bij supermarkten wint vissenwelzijn aandacht; het eerste vissersschip dat werkt met verdoving aan boord is een feit. Recent stopte Albert Heijn met de verkoop van garnalen afkomstig van kwekerijen waar de oogjes van dieren worden afgeknipt. Ook Jumbo heeft soortgelijke plannen.

Vissenwelzijn heeft een plek gekregen in de Europese Aquacultuurrichtsnoeren en de kans is groot dat dat ook het geval zal zijn bij het Europese Gemeenschappelijke visserijbeleid. Daarbij overweegt de Europese Commissie aquatische dieren op te nemen in de nieuwe dierenwelzijnswetgeving. Ook de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) onderstreept het belang van goed vissenwelzijn en de invoering van betere vissenwelzijnsregels. Voorgaande ministers van Landbouw gaven aan dat vissenwelzijn hun aandacht heeft. En aangenomen moties, waaronder tegen octopuskweek en tegen het afknippen van ogen van garnalen, geven aan dat het onderwerp meer aan politiek belang wint.

Ondanks deze positieve ontwikkelingen en de toenemende aandacht voor het welzijn van aquatische dieren zijn we nog mijlenver weg van een dierwaardige visserij en aquacultuur. De opgave is groot en complex, mede omdat er niet één simpele oplossing is vanwege de verscheidenheid aan aquatische dieren en gebrek aan kennis.

Desondanks is het heel belangrijk de transitie naar een dierwaardige visserij en aquacultuur zo snel mogelijk in te zetten. De maatschappij verwacht dit, en de levens van ongekend grote aantallen dieren kunnen hiermee verbeterd worden.

Wat maakt visserij en aquacultuur dierwaardig?

Op verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de RDA zes leidende principes voor dierwaardigheid geformuleerd.

Het eerste principe is de erkenning van de intrinsieke waarde van het dier en diens integriteit door bijvoorbeeld geen fysieke ingrepen uit te voeren, zoals het afknippen van ogen bij garnalen.

Daarnaast dient het dier de meest basale zorg te krijgen in de vorm van goede voeding en het faciliteren van een goede omgeving en het borgen van een goede gezondheid.

Vissen en waterdieren hebben essentiële behoeften die zich uiten in natuurlijk gedrag.

Wanneer een dier de mogelijkheid heeft om zijn natuurlijk gedrag te uiten en dit ook daadwerkelijk doet in combinatie met de eerder genoemde principes, leidt dit tot een overwegend positieve emotionele toestand.