Minister Adema, maak dierwaardige veehouderij onderdeel van oplossing vogelgriep

Het massaal vergassen van dieren vanwege vogelgriep toont opnieuw aan dat het systeem van de industriële veehouderij doodlopend en onhoudbaar is. De minister moet haast maken met het dierwaardig maken van de veehouderij en boeren helpen in de omslag.

Recent konden we lezen dat er inmiddels bijna zes miljoen kippen, eenden en kalkoenen zijn gedood vanwege vogelgriep. Driekwart van de dieren werd geruimd omdat er daadwerkelijk vogelgriep in hun stal werd gevonden. Het overige kwart werd preventief gedood om verspreiding van het virus te voorkomen.

De maat is vol. Dat vinden ook de boeren, die onlangs de minister opriepen om te stoppen met het preventief doden van gezonde dieren. Naast het dierenleed onder de gehouden vogels is er enorm veel leed onder de in het wild levende vogels. Ook is er gevaar voor de volksgezondheid, namelijk de kans op een mutatie van het vogelgriepvirus dat op de mens overspringt en een nieuwe pandemie veroorzaakt.

‘Ruimen’

Er wordt heel makkelijk gesproken over het doden van kippen, eenden en kalkoenen door het gebruik van de verhullende term ‘ruimen’. In ieder geval één nieuwsmedium durfde het aan om het woord ‘afmaken’ te gebruiken. Want dát is wat het is. De dieren worden gedood door de stal luchtdicht af te plakken en vervolgens vol te pompen met koolstofdioxide. Inmiddels dreigt er vanwege de energiecrisis een tekort aan het gas.

Het ministerie van landbouw en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA, die de vergassingen uitvoert) overwegen nu om dieren dan maar in containers of grote zakken (big bags) te vergassen. Dat betekent dat tienduizenden of honderdduizenden dieren met de hand worden gevangen en met velen tegelijk in een container of zak worden gestopt. Veel extra stress voor alle dieren. Bovendien brengt het mogelijk risico’s met zich mee voor de verdere verspreiding van het virus, omdat zieke dieren eerst met de hand gevangen worden en dus meer dieren in contact komen met mensen.

Mooie, maar eerste stap

Minister Adema van Landbouw zegt inmiddels ook dat hij de situatie onhoudbaar vindt. Hij geeft aan dat hij met de pluimveesector afspraken wil maken over de pluimveedichtheid. Verder verkent hij de mogelijkheid om nieuwe vestigingen of uitbreiding van pluimveebedrijven te verbieden en vaccinatie te bespoedigen. Hij wil voorkomen dat er grote hoeveelheden kippen dicht bij elkaar zitten.

We complimenteren de minister met dit inzicht, zo vlak na zijn aanstelling. Het is een mooie eerste stap. Dichtbevolkte stallen in een veedicht gebied is inderdaad vragen om problemen. Echter het maken van afspraken hierover met de sector achten wij kansloos. Er is meer voor nodig dan een afspraak om de pluimveesector te laten minderen in omvang of te laten verdwijnen uit een gebied.

Dierwaardig

De minister moet vogelgriep — en in bredere zin zoönose-risico’s — onderdeel maken van de vergunningverlening en hierover met provincies en gemeenten in gesprek gaan. Daarnaast moeten boeren geholpen worden om over te schakelen naar een dierwaardige houderij met veel minder dieren die een veel beter leven hebben.

De gezondheid en het welzijn van het dier moeten het uitgangspunt zijn van al het beleid; alleen dan kom je tot integrale oplossingen. Met alle andere problemen die in de huidige landbouw spelen en de hervormingen die daarvoor nodig zijn, is het nu het moment om te kiezen voor een dierwaardige landbouw en liggen de kansen voor het oprapen. De minister heeft de keuze. De dieren hebben dat niet. Zij zijn enkel slachtoffer.