Maak een einde aan dierenleed bij transport

Dierentransport gaat gepaard met stress, pijn en zelfs sterfgevallen. Het kan anders.

Onder de noemer van handel en economie gaan jaarlijks miljoenen dieren in overvolle vrachtwagens naar het binnen- of buitenland om daar afgemest of geslacht te worden. Pasgeboren bokjes en kalfjes gaan met een leeftijd van respectievelijk 7 en 14 dagen op transport. Ze zijn dan nog volledig afhankelijk van moedermelk en van een goede weerstand en een robuust immuunsysteem is dus nog geen sprake. Dit lot geldt ook voor jonge kuikens, biggen en konijnen.

Naast de vatbaarheid voor ziekten gaat het vangen, opdrijven en transport gepaard met stress, pijn en lijden vanwege extreme temperaturen, overvolle wagens of gebrek aan rust, water en voedsel. Het gebeurt te veel dat dieren verwondingen en botbreuken oplopen tijdens het proces en soms zelfs doodgaan tijdens het transport. Helaas geldt dit ook voor de dagelijkse transporten van miljoenen oudere dieren.

Het kan anders. De Dierencoalitie vraagt om wet- en regelgeving aan te passen zodat:

  • Langeafstandstransporten worden vervangen door vervoer van vlees en karkassen.
  • Minimumleeftijden worden verhoogd, zodat transport pas is toegestaan wanneer het immuunsysteem van het dier is ontwikkeld.
  • Dieren voor transport worden gekeurd door een dierenarts op het moment dat ze in de wagen worden gelaten en niet uren eerder in de stal.
  • Het gebruik van elektrische prikstokken bij het opdrijven en de slacht wordt verboden.
  • Kippen worden gevangen op een diervriendelijkere manier (‘Zweedse methode’).
  • Alle dieren, inclusief kalkoenen, kunnen zich tijdens transport opheffen en staan.
  • Reistijden worden verkort.
  • Er is controle op rusttijden, bezetting en mogelijkheid voor dieren om te drinken.
  • Tijdens rustperioden kunnen ook dieren rusten. We worden uitgeladen, zodat ze hun benen kunnen strekken en kunnen eten.