Leed bij mens en dier door geitenindustrie

In tien jaar tijd is het aantal geiten in Nederland verdrievoudigd. Daarmee is ook het dierenleed toegenomen, en de risico’s voor de mens.

Een onaangekondigde inspectie op een bokkenmesterij door Eyes on Animals legt een vergrootglas op het leed van duizenden melkgeiten en bokjes. Dit dierenleed komt bovenop de mensen die lijden aan Q-koorts of longontsteking veroorzaakt door de geitenindustrie. Eyes on Animals wil dat er een einde komt aan het leed van mens en dier, en vraagt politici om een landelijke stop op de uitbreiding van de geitenindustrie.

Vanavond debatteert de Tweede Kamer over de problemen in de geiten- en bokkenhouderijen. Ondanks de Q-koortsepidemie is de geitenhouderij de laatste jaren explosief gegroeid. In 2008 waren er in Nederland zo’n 170.000 melkgeiten, in april 2017 waren dat er 531.000. Het probleem van de overtollige bokjes, die in de geitenhouderij als economisch waardeloos worden beschouwd, is hiermee ook drastisch toegenomen.

Deze geitenbokjes worden, zoals uit inspectie van Eyes on Animals blijkt, van alle zorg onthouden. Zij worden na de geboorte direct gescheiden van hun moeder, ontvangen koeienbiest in plaats van geitenbiest, waardoor ze de juiste afweerstoffen missen, en specifieke medicijnen voor geiten en bokjes ontbreken. Dit alles leidt tot vele zieke en dode bokjes. De staatssecretaris noemt hierbij een uitval van boven de 20 procent met een uitschieter tot 66 procent.

Gelderland en Brabant hebben inmiddels besloten om de groei van de geitensector te stoppen. ‘Ondanks de risico’s geven andere provincies deze vorm van veehouderij alle ruimte om ongebreideld te groeien,’ vertelt Eyes on Animals-inspecteur Margreet Steendijk.

Het wordt tijd dat het kabinet zijn verantwoordelijkheid neemt voor de volksgezondheid en het dierenwelzijn en grenzen stelt aan de groei van de geitenhouderij.