Op 6 juni zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement. In deze Dierenkieswijzer vergelijkt de Dierencoalitie de Europese verkiezingsprogramma’s van tien partijen: CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks-PvdA, NSC, Partij voor de Dieren, Partij voor de Vrijheid, SP, Volt en VVD. Wat schrijven zij over dierenwelzijn in de EU?
Standpunten politieke partijen
Dierenrechten en dierenwelzijn
We eisen dat de Europese Commissie komt met het complete pakket van dierenwelzijnsmaatregelen.
Dieren hebben intrinsieke waarde. Daarom hebben zij recht op een respectvolle behandeling en moet met hun belangen zorgvuldig rekening worden gehouden. De EU legt dit vast in een bindend handvest van dierenrechten.
Nederland moet op EU-niveau streven naar een aanscherping van de eisen met betrekking tot dierenwelzijn, veilige stalinrichting, voorkomen van dierziekten en transport van dieren, zodat in de gehele EU een diervriendelijkere en duurzamere veehouderij ontstaat.
De Europese Commissie grijpt eerder in als een EU-land zich niet houdt aan de Europese wetten die mens, dier, milieu en natuur beschermen.
Dierenrechten komen in EU-afspraken. De EU moedigt landen ook aan om de rechten van dieren op te nemen in hun eigen grondwet. Er komt een commissaris in de Europese Commissie die alleen maar verantwoordelijk is voor het welzijn van dieren.
Het Europees Parlement start een commissie voor dierenwelzijn. Deze commissie bepaalt EU-regels voor dierenwelzijn. De regels worden niet langer meer bepaald door de commissies voor landbouw en visserij. Het dierenwelzijn moet in alle EU-landen omhoog.
De EU laat overal duidelijk weten tegen dierenleed te zijn. Bijvoorbeeld bij de Verenigde Naties. Daar zet de EU zich in voor een Verklaring van de Rechten van het Dier. De EU neemt dierenrechten en dierenwelzijn op binnen hulpprogramma’s, ontwikkelings- programma’s en duurzaamheidsprogramma’s.
De EU zorgt ervoor dat EU-landen een dierenpolitie krijgen. De EU zorgt ook voor samenwerking tussen landen: om dierenleed en dierenmishandeling aan te pakken. Is iemand veroordeeld voor dierenmishandeling? Dan mag deze persoon in geen enkel EU- land meer iets doen dat te maken heeft met dieren. De EU pakt landen aan als ze zich niet houden aan EU-regels op het gebied van dierenwelzijn. Bijvoorbeeld door boetes te geven.
Steun het expliciet opnemen van de term dierenwelzijn in de functiebenaming van de relevante EU-commissaris, om de institutionele verantwoordingsplicht te vergroten en om het belang van het onderwerp en de verwachtingen van EU-burgers rond de besluitvorming op dit vlak te benadrukken.
Om het gelijke speelveld binnen de Europese Unie te verhogen, zetten we bij de herziening van regelgeving op het gebied dierenwelzijn in op EU-brede verbetering van dierenwelzijnsnormen.
Soortenbescherming en jacht
Misbruik van dieren en verarming van de biodiversiteit (soortenrijkdom) zijn schrijnend. We hebben de verantwoordelijkheid het welzijn van dieren en de rijkdom van de natuur te beschermen. Juist Europa heeft een belangrijke rol om te zorgen voor een sterke natuur. Dieren en planten houden zich niet aan grenzen. Waar het gaat om soortenbescherming is een internationale aanpak essentieel.
Handelsregels worden ingezet om ongewenste en illegale handel, zoals die in spionagetechnologie, geroofde kunstschatten, illegale houthandel, bedreigde diersoorten en conflictmineralen, tegen te gaan.
Het voorstel van de Europese Natuurherstelwet streeft naar een gezonde planten- en dierenwereld. Dat doel onderstrepen wij. De normen, het tijdpad en het toezicht op handhaving van de Natuurherstelwet steunen wij niet.
We beschermen en verbeteren daarom ecosystemen: natuurlijke systemen, dieren en planten in een bepaald gebied. We beschermen daarmee ook de gezondheid en het welzijn van mensen.
Grote vervuilers (bedrijven) en financiële bedrijven maken een klimaatplan. Hierin staat hoe ze schadelijke uitstoot voorkomen. En hoe ze bijdragen aan meer soorten planten en dieren (biodiversiteit). Elk jaar moeten ze laten weten hoe het gaat met de uitvoering van hun klimaatplan.
De EU loopt voorop bij het versterken van de biodiversiteit. De EU wacht niet langer totdat andere landen in de wereld in actie komen. Want veel soorten planten en dieren worden bedreigd. Er komen daarom strengere wetten om deze crisis in Europa (en wereldwijd) aan te pakken. Bij duurzaam bouwen en ondernemen houden we rekening met de natuur en de leefomgeving van planten en dieren.
We verbieden het doden van dieren die in het wild leven. We laten ze zo veel mogelijk met rust. Groepen dieren krijgen dan de kans om het natuurlijk evenwicht te herstellen. De EU verbiedt het vergassen van ganzen. We verbieden het gebruiken van dieren om andere dieren te doden. We verbieden daarom het fokken en trainen van jachthonden, (roof)vogels en paarden voor de jacht.
De EU zet zich in om de natuur te versterken.Dan kan ook de schade door uitheemse diersoorten worden beperkt. Het bestrijden van deze diersoorten – zoals muskusratten die niet van nature voorkomen in Europa – veroorzaakt veel dierenleed. De muskusrat – en andere diersoorten – zijn inmiddels ingeburgerd. Ze worden daarom niet meer als uitheemse soort aangemerkt.
De EU steunt maatregelen om olifanten, leeuwen en andere kwetsbare diersoorten te beschermen. De EU helpt landen om het smokkelen van wilde dieren te stoppen. EU-landen krijgen bij de grenzen van Europa hulp bij het controleren van smokkel- routes. De EU helpt landen bij het beschermen van hun wilde dieren. We ondersteunen de plaatselijke bevolking bij het bestrijden van wildvang. We schieten geen dieren in het wild af om dier- ziekten te voorkomen. Gewonde dieren maken de kans op verspreiding van ziekten zelfs groter. De jacht op – en de handel in – wilde dieren moet stoppen. We laten het ecosysteem waarin wilde dieren leven met rust. Dieren in het wild krijgen voldoende leefruimte.
Reguleer de handel in exotische gezelschapsdieren door middel van een EU-brede positieve lijst om de biodiversiteit, de menselijke gezondheid en die van andere dieren te beschermen.
Op basis van generieke doelstellingen wordt ruimte geboden aan lidstaten om invulling te geven aan maatregelen om populatiebeheer van beschermde soorten flexibel in te richten. Zo varen zowel flora en fauna er wel bij en kunnen andere doelen op het gebied van bijvoorbeeld klimaat of productie worden behaald. Natuurherstel wordt gebaseerd op een meetbare en goed gedefinieerde basiskwaliteit. Jagers spelen een belangrijke rol bij faunabeheer.
Wolf
De beschermingsstatus van grote roofdieren wordt aangepast, waardoor bijvoorbeeld de wolf actief kan worden beheerd.
De wolf is een verrijking voor de Europese natuur. D66 zet zich in voor een wetenschappelijk onderbouwde beschermde status van de wolf en andere grote carnivoren. Het mogen geen speelballen worden van polariserende politiek. We blijven ondersteunen en handhaven ruimhartig en vroegtijdig maatregelen zoals wolfwerende rasters en kuddebewakingshonden om vee te beschermen. Boeren krijgen compensatie voor mogelijk verloren inkomsten. We investeren verder in goede voorlichting richting het publiek hoe je het beste kunt reageren als je een wolf tegenkomt. Zo kunnen wolf en mens goed samenleven.
We beschermen wolven en andere wilde dieren. Ze mogen niet worden afgeschoten. De EU zorgt voor wolfwerende hekken. Of andere maatregelen die geen pijn veroorzaken bij dieren. Daarmee voorkomen we aanvaringen tussen mensen en dieren in het wild.
Veehouderij
Dieren hebben intrinsieke waarde en recht op een respectvolle behandeling. Dieren in een veehouderijsysteem moeten daarom met zorg behandeld worden en zoveel mogelijk diereigen gedrag kunnen vertonen. Voor een toekomstbestendige landbouw zal de ‘van boer tot bord’-strategie onverkort uitgevoerd moet worden.
We eisen dat de Europese Commissie komt met het complete pakket van dierenwelzijnsmaatregelen, onder andere het uit faseren van kooien voor alle landbouwdieren, zoals waar 1.4 miljoen Europeanen voor hebben gestemd in een Europees Burgerinitiatief.
Werken aan de verduurzaming of afbouw van vervuilende sectoren, zoals de staal-, kunstmest- en bio-industrie. Dat is ook goed voor volksgezondheid en dierenwelzijn. Alle huisvesting voor landbouwdieren moet gaan voldoen aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en volksgezondheid. Koeien moeten kunnen grazen, kippen scharrelen, varkens wroeten. Aan nodeloze verminking van landbouwdieren, zoals het castreren van biggen, komt een einde. Om te beginnen verplichten we een Beter Leven-keurmerk voor alle producten met dierlijke ingrediënten op de Europese markt.
Vervuilende landbouwsubsidies nemen we op de schop. We vervangen de huidige inkomenssteun aan boeren door steun aan biologische, natuurinclusieve en dierwaardige kringlooplandbouw, beloningen voor de maatschappelijke diensten die boeren leveren en ondersteuning van een gezonde voedselomgeving.
De EU stelt normen op voor natuurinclusieve en dierwaardige kringlooplandbouw. Deze vormen de grondslag voor een duurzaamheidslabel, naast het biolabel. De normen omvatten een afstandsnorm voor de herkomst van de reststromen waarmee landbouwdieren worden gevoerd. Deze reststromen komen uit de landbouw, voedingsmiddelenindustrie of landschapsonderhoud in de regio, niet van buiten de EU.
Nederland moet op EU-niveau streven naar een aanscherping van de eisen met betrekking tot dierenwelzijn, veilige stalinrichting, voorkomen van dierziekten en transport van dieren, zodat in de gehele EU een diervriendelijkere en duurzamere veehouderij ontstaat. We streven op EU-niveau naar meer natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen en een verdere vermindering van antibioticagebruik.
Er komen nieuwe EU-wetten voor dieren die nog niet beschermd zijn. Zoals volwassen koeien. De Europese Commissie stelt bepaalde wetten niet langer meer uit. Zoals het verbod op kooien in de landbouw. En strengere regels voor slachthuizen. Het is nu echt tijd om verdere stappen te zetten voor dierenwelzijn in Europa. Dat willen de meeste Europese burgers ook.
Er komt een einde aan de vee-industrie. Megastallen gaan direct dicht. Uiteindelijk moeten dieren helemaal uit het voedselsysteem verdwijnen. De EU verbiedt nieuwe vee-industrie. We verbieden ook het uitbreiden van bestaande vee-industrie. Dat geldt ook per direct voor alle geitenbedrijven.
We verbieden het gebruik van kooien in de vee-industrie. Dat is ook de uitkomst van het Europees burgerinitiatief ‘Stop de Kooien’. Uiterlijk in 2027 zijn alle dieren uit hun kooien bevrijd. Dieren in de vee-industrie krijgen vrije uitloop naar de wei. Er is genoeg plek om te schuilen bij hitte en regen. Ook in de stal is genoeg ruimte, stro en afleiding. Dit wordt vastgelegd in EU-wetten. We houden dieren in groepen als dat past bij hun natuurlijke gedrag. Zoals koeien in familiekuddes. Dieren moeten kunnen samenzijn met soort- genoten. Of zich juist alleen kunnen terugtrekken. Alle kalfjes, lammetjes, rammetjes en bokjes blijven na de geboorte bij hun moeder. Ze mogen opgroeien bij hun moeder in de wei. En de moeder- melk drinken die ook voor hen bedoeld is.
Er komen strenge regels voor de brandveiligheid van stallen. Dieren moeten bij brand uit hun stal kunnen. Alle stallen krijgen daarom speciale installaties (sprinkler en water). We verbieden luchtwassers; hierdoor kan vuur zich snel verspreiden. Er komt een maximaal aantal dieren per stal(deel). De technische ruimte moet brand- dicht zijn. En daken van stallen krijgen isolatie.
In alle EU-landen komen verplicht camera’s in slachthuizen. Om de slacht te controleren. We verbieden manieren van slachten die pijn en angst veroorzaken. Zoals CO2-verdoving bij varkens. Of het stoppen van kippen in een water- bad dat onder stroom staat. Niemand mag een dier onverdoofd slachten of doden. De EU stopt met het geven van geld aan de vee- industrie. We helpen boeren juist bij het omschakelen naar duurzame, plantaardige landbouw.
Megastallen en andere vormen van intensieve, grootschalige veehouderij moeten op termijn verdwijnen. We willen een omschakeling naar kleinschalige, ecologische veehouderij met respect voor dieren en passen het Europese landbouwbeleid daarop aan.
De veeteelt in de EU moet duurzamer, kleinschaliger en diervriendelijker. We moeten af van de bio-industrie, zowel in Nederland als in de rest van de EU. Bij het houden van dieren gaat de gezondheid van mensen en dieren, bijvoorbeeld bij het voorkomen van het uitbreken van dierziektes, altijd boven commerciële belangen. Preventief inenten wordt daarom veel vaker toegestaan dan nu het geval is. Omdat we ons voedsel vooral gaan produceren voor de regionale markt, en niet langer voor de wereldmarkt, kan dit ook. Het gebruik van antibiotica in de veeteelt wordt maximaal teruggedrongen.
Europese regelgeving ten aanzien van dierenwelzijn wordt sterk aangescherpt, uitgebreid en ook strenger gehandhaafd. Dieren in stallen krijgen meer ruimte, een vrije uitloop en worden te allen tijde met respect behandeld. Dieren die gehouden worden moeten weer meer hun natuurlijke gedrag kunnen tonen: koeien moeten kunnen grazen in de wei en varkens moeten kunnen wroeten in de modder. Slachten moet op een zo pijnloos mogelijke manier plaatsvinden.
Schaf individuele kooien in de landbouw geleidelijk af met steun van fondsen en beleid van de Common Agricultural Policy (CAP), op basis van wetenschappelijke aanbevelingen met betrekking tot de gezondheid van mens en dier en het milieu, en op basis van de oproep van burgers via het ECI ‘End The Cage Age‘.
Dring het antibioticagebruik in de veeteelt, dat de afgelopen tien jaar aanzienlijk is gedaald, verder terug, aangezien er nog steeds veel multiresistente ziekteverwekkers worden aangetroffen in dierlijke producten.
Ook lopen Nederlandse boeren voorop als het gaat om innovaties, dierenwelzijn en duurzaamheid, hoewel nationale discussies hieraan tornen. Er komt een verbod op kooihuisvesting in de veehouderij. We willen het houden van dieren in kooien tegengaan als dit niet gunstig is voor het dierwelzijn. Bij een verhoging van de dierenwelzijnsnormen moet er wel rekening worden gehouden met het verdienvermogen van de boer en de tijd die het doen van investeringen vraagt.
Veestapel
Met het Europese landbouwbeleid streven we naar een meer extensieve landbouwsector, met een kleinere veestapel en minder veevoer van ver.
We verkleinen de Europese veestapel flink, mede door een verbod op megastallen, een graslandnorm en strengere dierenwelzijnseisen.
Het aantal dieren in de Europese vee-industrie gaat omlaag: met minstens 75%. Dit begint bij de landen met heel veel landbouwdieren, zoals Nederland.
De veeteelt in de EU moet duurzamer, kleinschaliger en diervriendelijker. We moeten af van de bio-industrie, zowel in Nederland als in de rest van de EU. We stoppen de schaalvergroting en de grootschalige bioindustrie, die gericht is op export, en leggen de rekening bij de financiers die aan schaalvergroting hebben verdiend. Door dichter bij huis te produceren is het niet alleen mogelijk om veel duurzamer en diervriendelijker te produceren, het zorgt ook voor betere prijzen voor de boeren. Dat betekent een forse inkrimping van de veestapel, zeker in Nederland.
Bied stimulansen om het aantal dieren in de veeteelt te verminderen en beperk tegelijkertijd de vleesinvoer en de vraag naar vlees met passend beleid.
Diertransporten
Dit betekent onder andere dat het vervoer van vlees in plaats van levende dieren wordt aangemoedigd en levend slachtvee niet langer dan vier uur mag worden vervoerd.
Dierentransporten in Europa beperken we tot een maximale duur van drie uur, gecombineerd met een maximumtemperatuur afhankelijk van de diersoort. Uiteindelijk zal export alleen gaan over vlees in plaats van levende dieren. Transport en slachthuizen controleren we vaker en strenger. Bij grensoverschrijdend vervoer krijgt ook de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid een toezichthoudende rol. De regels worden eerder en strenger toegepast.
We leggen diertransporten aan banden en verbeteren het toezicht hierop.
Nederland moet op EU-niveau streven naar een aanscherping van de eisen met betrekking tot dierenwelzijn, veilige stalinrichting, voorkomen van dierziekten en transport van dieren, zodat in de gehele EU een diervriendelijkere en duurzamere veehouderij ontstaat. We streven op EU-niveau naar meer natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen en een verdere vermindering van antibioticagebruik.
De Europese Commissie maakt een nog strenger wetsvoorstel voor diertransporten. Vervoer van dieren mag maximaal 2 uur duren. Meerdere transporten achter elkaar mag niet. We verbieden het vervoer van levende dieren van en naar landen buiten de EU. We verbieden vervoer in vliegtuigen en op zeeschepen. We verbieden het vervoer van jonge dieren, zoals kalfjes. Die zijn nog afhankelijk van moedermelk. We verbieden ook het vervoer van zwangere, zieke en zwakke dieren. We verbieden het vervoer tijdens kou of hitte. Bijvoorbeeld als het kouder is dan 0 °C. Of als het warmer is dan 25 °C. Of tijdens sterke wind.
Mensen die dieren vervoeren volgen verplicht een training over dierenwelzijn. Tijdens zo’n training leren ze bijvoorbeeld hoe ze dieren goed moeten behandelen. De EU voert een kilometerheffing in bij dier- transporten. Ook krijgen veewagens een GPS- volgsysteem. Dat systeem gebruiken we om import en export van levende dieren te controleren en openbaar te maken. Er komen strengere – en onverwachte – controles bij het vervoeren van dieren. Onafhankelijke dierenartsen controleren het welzijn van dieren tijdens een transport. We delen boetes uit als iemand de regels overtreedt bij diertransporten. Het Europees Parlement zorgt voor een lijst met vervoerders die vaak de regels overtreden.
Er komt een einde aan de verschrikkelijke diertransporten over grote afstanden dwars door heel Europa. Transporten van levend vee mogen voortaan niet langer duren dan vier uur. Regels ten aanzien van het vervoer van dieren zullen streng gehandhaafd worden.
Zet langeafstandsvervoer van dieren naar niet-EU-landen geleidelijk stop en voer strikte beperkingen in binnen de EU, volgens soortspecifieke en wetenschappelijk onderbouwde minimumnormen; stap over op vervoer van vlees/karkassen en genetisch materiaal; bevorder lokale en mobiele slachthuizen; en zet een strikt en transparant controle- en rapportagesysteem op om ervoor te zorgen dat overtredingen effectief worden gesignaleerd, voorkomen en bestraft.
We verbieden het transport van levend vee voor fok of slacht vanuit en naar landen buiten de EU. Daarmee verkleinen we ook het risico dat dierziekten zich wereldwijd verspreiden en overgaan op de mens. Voor levend vee geïmporteerd naar de EU, gaan dezelfde transportregels gelden als die voor het transport binnen de EU.
Ingrepen en fokkerij
We verbieden pijnlijke ingrepen bij dieren. Zoals het afbranden of afknippen van staarten. Of het onvruchtbaar maken (castreren) van biggen. Het kappen van snavels bij kippen. Het afvijlen van tanden. En het onthoornen van koeien en geiten. We verbieden het oormerken van dieren.
We willen geen plofdieren: dieren die in korte tijd worden vetgemest en geslacht. We verbieden het fokken op extreme groei bij kippen en varkens. Of het fokken op ‘extreme productie’. Zoals bij melkkoeien (die steeds meer melk moeten leveren). De plofkip verdwijnt uit Europa. Dieren moeten zich op een natuurlijke manier kunnen voortplanten. We verbieden het onnatuurlijk bevruchten van dieren.
We verbieden het vergassen van pasgeboren haantjes. Of het doden van pasgeboren bokjes of eenden. We verbieden het maken van blank kalfsvlees. Kalfjes worden hiervoor expres ziek gemaakt. We verbieden kraamboxen waarin zeugen tussen stangen staan. Zeugen moeten kunnen nestelen en hun biggetjes verzorgen.
Pak de wijdverspreide niet-naleving aan van de wetgeving die het routinematig couperen van varkensstaarten verbiedt, aangezien dit in de meeste lidstaten 15 jaar nadat de richtlijn van kracht werd nog steeds routinematig wordt uitgevoerd. Doe dit door lidstaten die de richtlijn niet naleven te bestraffen en pijnlijke verminkingen zonder pijnstillers te verbieden.
Verbied het fokken van snelgroeiende rassen omdat dat leed en gezondheidsproblemen toebrengt aan dieren en omdat het puur gaat om het verhogen van de winstgevendheid.
Verbied de voortplanting van rassen met een lichamelijke beperking die stereotiepe chronische gezondheids- en welzijnsproblemen ervaren. Sommige lidstaten vaardigen individueel wetgeving uit om het fokken van lichamelijk gehandicapte huisdierrassen te verbieden, maar een geharmoniseerde aanpak verdient de voorkeur om dierenwelzijn grensoverstijgend te garanderen en de markt te harmoniseren.
We streven naar een Europees verbod op de fok van en handel in dieren met schadelijke uiterlijke kenmerken.
Bont en kleding
We verbieden het fokken van pelsdieren en de import van bont in de hele EU, in lijn met het Europees burgerinitiatief dat gesteund wordt door 1,7 miljoen EU-burgers.
Elke eendenhouderij, konijnenhouderij en pelsdier- fokkerij moet dicht. De EU verzet zich tegen de zeehondenjacht in bijvoorbeeld Canada en Namibië. De EU is ook tegen de jacht op ijsberen.
Op het label van kleding komt te staan hoe en hoeveel dieren ervoor zijn gedood. Deze maatregel geldt zolang er nog geen verbod is op deze kleding. Ook producten van namaakbont en namaakleer krijgen een duidelijk etiket. Op producten van leer komt de herkomst te staan. We verbieden de import en verkoop van leer van dieren die hier speciaal voor worden gefokt. Zoals krokodillen, roggen, slangen, kangoeroes en hagedissen. We controleren het verkoopverbod ook online. De EU verbiedt de import – en verkoop – van bont, dons, kasjmier (geitenvacht), angorawol, merinowol en kangoeroeleer.
Faseer de productie van bont uit met een financiële stimulans en verbied de invoer van bontproducten uit derde landen, op basis van wetenschappelijke bezorgdheid over de menselijke gezondheid, het dierenwelzijn en het milieu, en ook op basis van de oproep van burgers via het ECI ‘Fur Free Europe‘.
We willen een verbod op de productie en import van bont. We willen dierhouderij uitsluitend gericht op productie van bont tegengaan.
Zeezoogdieren
De EU is tegen de jacht op walvissen. Walvisvlees is niet welkom in Europese havens. Ook niet voor doorvoer naar landen buiten de EU. We beschermen ook kleinere walvisachtigen, zoals dolfijnen. De EU zet zich in om het slachten van dolfijnen te stoppen op de Faeröer eilanden en in Japan. De EU zorgt voor betere bescherming van haaien, roggen en andere kwetsbare soorten. Bijvoorbeeld door de jacht op haaien te verbieden. Net als de handel in haaienvinnen in en vanuit Europa. In 2021 zorgde de Partij voor de Dieren voor een tijdelijk jachtverbod op de bedreigde makohaai. De EU moet dit internationaal verbod voor altijd instellen.
De EU zet zich internationaal in voor een dekkend wereldwijd verbod op walvisjacht en staat geen doorvoer van walvisvlees toe in haar havens.
Voer soortspecifieke en wetenschappelijk bijgewerkte wetten in die betrekking hebben op alle door mensen gehouden en gefokte dieren, inclusief waterdieren.
Vissenwelzijn
Juist innovatieve vismethoden met weinig dierenleed en bodemverstoring stimuleren we. Subsidies en belastingvrijstellingen voor vissersschepen en scheepsbrandstof bouwen we af en vervangen we door subsidies voor dier- en natuurvriendelijke vistechnieken en duurzame viskweek.
Dierenwelzijnsregels gaan ook gelden voor vissen in kwekerijen.
Wij zijn voor innovatie in de visserij, waaronder de pulsvisserij, die zowel ecologisch als voor het dierenwelzijn een verbetering is.
We willen dat vissen langs sluizen en gemalen kunnen zwemmen. Elk jaar sterven daarin namelijk miljoenen vissen. Sluizen en gemalen worden daarom visvriendelijk. De EU maakt de komende 5 jaar minstens 25.000 kilometer aan rivieren weer vrij stromend. We beschermen kreeften, krabben en andere ongewervelde zeedieren. We verbieden het levend koken van kreeften, krabben en garnalen. Net als het levend verkopen.
In de EU komt geen nieuwe vorm van bio-industrie met octopussen die worden opgesloten in kale bakken. Er komen geen nieuwe viskwekerijen (een nieuwe vorm van bio-industrie). Bestaande viskwekerijen verdwijnen zo veel mogelijk. Nieuwe regels voor krabben en kreeften gelden ook voor siervissen en vissen in een aquarium. Bij viskwekerijen wordt de standaard: het verdoven van vissen vóór de slacht.
Vissen worden na de vangst meteen bedwelmd aan boord van alle vissersschepen. Dan lijden vissen minder pijn.
Voedsel
De EU ontwikkelt een langjarige voedselstrategie, gericht op voedselzekerheid, gezond voedsel en economische, ecologische en maatschappelijke duurzaamheid. De EU gebruikt de kracht, kennis en kunde van de lidstaten. Nederland heeft alles om koploper te zijn in duurzame en gezonde voedselproductie. Nederland moet die koppositie pakken door de innovatieve kracht en samenwerking van de hele voedselketen te versterken. Voor consumenten moet het duidelijk zijn waar en hoe voedsel geproduceerd is, en hoe duurzaam dit is.
De ChristenUnie pleit voor een Europese voedselagenda, waarbij we voedsel produceren binnen de EU in gebieden die daar het beste voor geschikt zijn. Een eerlijke prijs voor duurzaam geproduceerd voedsel. Negatieve effecten van voedsel, zoals schade aan milieu en klimaat, moeten in de prijs van producten worden meegenomen. Zo ontstaat er ook een gelijk speelveld voor duurzaam geproduceerd voedsel. Een EU-breed duurzaamheidslabel kan helpen om duurzame landbouwproducten te stimuleren.
We vormen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU om tot een Gemeenschappelijk Voedselbeleid. Daarbij zetten we alle Europese beleidsinstrumenten in om te bouwen aan een circulair voedselsysteem dat ecologische grenzen respecteert, bodemkwaliteit en biodiversiteit verbetert, anticipeert op klimaatverandering, dierenwelzijn waarborgt, de eiwittransitie versnelt, gezond en betaalbaar voedsel biedt aan consumenten, goed werk en een eerlijke beloning oplevert voor duurzame en biologische boeren en bijdraagt aan de ontwikkeling van plattelandsgebieden.
Het Gemeenschappelijk Voedselbeleid stelt nationale en lokale overheden in staat om te werken aan een gezonde voedselomgeving. Van goed en betaalbaar eten maken we een basisvoorziening, in lijn met initiatieven zoals de Volkskantine, waar mensen biologische en verse gerechten kopen tegen snackbarprijzen. Overheden mogen supermarkten verplichten om hun aanbod in overeenstemming te brengen met wetenschappelijke richtsnoeren voor gezonde en duurzame voeding.
Eerlijke prijzen voor eerlijk voedsel. We zetten supermarkten in beweging om een oplopend percentage producten uit biologische landbouw en andere vormen van duurzaam geproduceerd voedsel te verkopen. Lange termijn prijsafspraken moeten meer zekerheid bieden aan boeren die willen verduurzamen.
Dankzij de Partij voor de Dieren maakte het Europees Parlement al plannen voor een gezond en duurzaam voedselsysteem. We voeren deze plannen zo snel mogelijk uit. Iedereen krijgt toegang tot gezond, betaalbaar en plantaardig voedsel. Duurzame en biologische boeren staan hierbij centraal. Zij maken namelijk duurzaam voedsel voor iedereen.
Ons doel is: voedsel van boer tot bord. Zonder tussenkomst van allerlei bedrijven of handelaren. We verduurzamen dus het hele proces. Bij boeren, voedselbedrijven, inkopers, vervoerders, supermarkten en restaurants. We helpen inwoners om bewuste, duurzame keuzes te maken. Je betaalt in winkels een eerlijke prijs voor voedsel. In deze prijs zitten ook de kosten voor het milieu, klimaat, dierenwelzijn en gezondheid. We verbieden kiloknallers met vlees. Gezonde, diervriendelijke en duurzame producten worden goedkoper. Boeren krijgen een eerlijke prijs voor hun producten. Vlees, vis, eieren en zuivel dat te veel is gemaakt, slaan we niet op. Dat kost anders onnodig veel belastinggeld. De EU gebruikt landbouwsubsidie voor de omslag naar duurzame landbouw. We helpen boeren om te schakelen naar het maken van duurzaam, plantaardig voedsel. We ondersteunen boeren en tuinders bij het maken van prijsafspraken met supermarkten en voedsel- bedrijven. Ze verdienen een eerlijke en goede prijs. We geven alleen subsidies voor duurzaamheid als projecten ook écht bijdragen aan duurzaamheid of biodiversiteit.
Producten van producenten die zich schuldig maken aan bijvoorbeeld kinderarbeid, dwangarbeid, illegale houtkap, onveilige werkplekken, uitbuiting, dierenmishandeling en het lozen van giftige stoffen horen niet in onze winkels te liggen. Daarom willen wij alleen producten die gemaakt worden met respect voor mens, natuur en milieu.
Wij willen een stop op subsidies die consumptie van specifieke producten stimuleren, zoals subsidie voor spotjes op tv die producten zoals vlees, zuivel, bloemen of brood promoten.
In plaats van een agrarische sector die zich op de wereldmarkt richt, met multinationals die ons voedsel naar de andere kant van de wereld exporteren of daar vandaan slepen, kiezen we voor een echte ‘boerenlandbouw’: een duurzame, regionale landbouw waarbij onze boeren zo veel mogelijk ons eigen voedsel produceren tegen een eerlijke prijs.
De Europese landbouwsubsidies werken overproductie, fraude en verspilling in de hand. Het geld wordt bovendien oneerlijk verdeeld. Slechts 20 procent van de boeren ontvangt 80 procent van de subsidie. Daarom bouwen we de landbouwsubsidies op termijn volledig af, waarbij lidstaten de mogelijkheid hebben om zelf nationale groene subsidies in te zetten.
Neem EU-brede maatregelen op in de CAP om de kosten van gezond en duurzaam voedsel, waaronder plantaardig voedsel, te verlagen.
Vergroot de financieringsmogelijkheden voor R&D voor de ontwikkeling van gezonde plantaardige alternatieven, aangezien deze sector nog steeds sterk ondergefinancierd is in vergelijking met de sector voor dierlijke producten.
Gebruik de EU-marketingsubsidies vanuit de CAP alleen voor het promoten van de consumptie van voedingsmiddelen waarvan we, volgens de voedings- en milieuwetenschappen, de inname zouden moeten verhogen.
Stimuleer EU-investeringen in de R&D voor het dierloos kweken van vlees, schaal- en schelpdieren en andere van dieren afgeleide producten en voor andere relevante voedseltechnologieën om onderzoek naar en ontwikkeling van deze producten te versnellen.
De transitie naar een duurzamer productiesysteem is een beweging die stapsgewijs wordt vormgegeven en is geen revolutie. In een circulair voedselsysteem is plaats voor dierlijke productie vanuit het oogpunt van voedingswaarde, gezondheid en efficiëntie.
De VVD steunt initiatieven om te komen tot een EU-brede methodiek om duurzaamheid en diervriendelijkheid van producten transparant te maken in navolging van de NutriScore-benadering voor voedingswaarden. In het landbouw- en voedselbeleid staan dierlijke en plantaardige productie en producten op gelijke voet.
Eiwittransitie
Meer plantaardig voedsel. Er is grote klimaatwinst te halen door verandering in consumptie. Daarom zet de EU meer in op plantaardig voedsel door maatregelen te nemen die duurzame en gezonde voedselconsumptie stimuleren.
We stimuleren de Europese ontwikkeling en productie van kweekvlees. Overal in Europa kan kweekvlees een duurzaam alternatief bieden voor de veeteelt.
We bevorderen de eiwittransitie, met als tussendoel dat in 2030 onze eiwitten voor 60% uit plantaardige bronnen komen en voor 40% uit dierlijke bronnen.
We willen een duurzame, gezonde en plantaardige toekomst. Daarom stoppen we met de vee- industrie. We steunen boeren die plantaardig werken.
We stoppen het kweken van insecten. Want dat is een nieuwe vorm van vee-industrie.
Het eten van vissen, schaaldieren en schelpdieren is niet nodig voor onze gezondheid. Gezonde vetzuren haal je ook uit algenolie en zeewier. Dat is beter voor het welzijn van vissen. En beter voor de natuur en de biodiversiteit. De EU informeert inwoners over betere plantaardige keuzes.
De EU moedigt het ontwikkelen van plantaardige vervangers voor vlees, vis, zuivel en eieren aan. De EU geeft geen geld meer aan reclames voor vlees, vis en eieren en zuivel. De EU geeft juist geld om het eten van plantaardige producten aan te moedigen. De EU geeft zelf het goede voorbeeld en past het succesvolle project ‘Carnivoor? Geef het door!’ toe. EU-instellingen kopen 100% biologisch, duurzaam en plantaardig voedsel. Plantaardig eten wordt de standaard, in álle EU-landen.
Scholen geven leerlingen gezonde maaltijden: 100% biologisch en plantaardig. We stoppen met schoolmelk in EU-landen. De EU helpt scholen bij het aanbieden van bijvoorbeeld groente, fruit, noten, zaden en peulvruchten. Ook ziekenhuizen en andere zorginstellingen in de EU bieden voortaan gezond, plantaardig en biologisch eten aan. Biologisch voedsel moet voor iedereen in de EU betaalbaar worden. Gezond, plantaardig voedsel wordt daarom goedkoper. Niet duurzaam gemaakt voedsel juist duurder. Voedingsmiddelen krijgen een duidelijk etiket. Hierop staat hoe en waar het product is gemaakt. En hoeveel schade het maken heeft veroorzaakt aan het milieu. Op elk product staat ook of er iets in zit gemaakt van of door dieren. Als dat zo is, dan moet van elk dier te lezen zijn waar het is geboren, waar/hoe het opgroeide en waar/hoe het dier is gedood. We verbieden ook reclames voor vlees, zuivel en fastfood in de openbare ruimte, in de media en op sociale media.
Of je vlees eet, het vliegtuig pakt of een brandstof auto rijdt, dat bepalen we zelf wel.
Harmoniseer Europese beleidslijnen om een verschuiving in voedingspatroon te ondersteunen, een verschuiving naar een ‘planetary health diet‘ dat rijk is aan plantaardig voedsel en minder dierlijk voedsel bevat, wat voordelen oplevert voor de gezondheid en het milieu. Ontwikkel een overkoepelend EU-actieplan om ons voedselsysteem en onze gewoonten zodanig vorm te geven dat we voldoen aan de wetenschappelijke aanbevelingen op het gebied van voeding en milieu, zoals Denemarken onlangs heeft gedaan. Pas subsidieregelingen in de CAP aan en stel doelen vast voor de toename van de consumptie van plantaardig voedsel en de afname van de consumptie van dierlijke eiwitten.
Tegelijkertijd moet de schaal-, schelpdieren zeewiersector meer ruimte krijgen om een belangrijke rol te pakken in de eiwittransitie en het verdienvermogen van Europa.
Internationale handel
Ook zullen derde landen zich moeten houden aan voorschriften die gelijkwaardig zijn aan die van de EU. Via handelsverdragen willen wij zorgen dat duurzaamheidsstandaarden ook buiten Europa omhooggaan.
Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen wordt de norm voor alle Europese bedrijven, zodat ook internationaal rekenschap wordt gegeven aan mensenrechten, arbeidsomstandigheden, dierenwelzijn en een schoon milieu.
Milieu- en natuurbescherming, fundamentele arbeidsnormen, mensenrechten, voedselzekerheid, voedselveiligheid en dierenwelzijn worden beter verankerd in de WTO-regels.
Er mogen geen handelsverdragen worden gesloten die productie van duurzaam voedsel in de EU ondermijnen. Dus handelsverdragspartners moeten aan dezelfde standaarden voldoen. We moeten onze markten niet openstellen voor bedrijven die met staatssteun onze eigen industrie beconcurreren.
Landbouw in EU-landen mag niet schadelijk zijn voor andere landen in de wereld. De EU stopt met het verkopen van goedkope producten aan andere landen. Zoals melkpoeder in Afrika. We helpen ook landen buiten de EU bij het maken van duurzame producten. De EU verbiedt de verkoop van systemen voor industriële landbouw. Bijvoorbeeld megastallen, kunstmest en landbouwgif.
De EU moet betere handelsafspraken maken. Afspraken die rekening houden met onze bestaans- zekerheid, het klimaat, de biodiversiteit, de volks- gezondheid, mensenrechten en dierenrechten en regionale landbouw.
We zijn tegen handelsverdragen die geen rekening houden met mensen, dieren, het milieu, de natuur en het klimaat. Zoals afspraken waardoor het regenwoud (Amazone) in Brazilië wordt verwoest. En mensen en dieren worden verdreven. De EU onderhandelt daarom niet meer met onder andere Brazilië en Argentinië over het verwoesten van de Amazone. De EU stopt ook met andere handelsverdragen. Zoals afspraken met Thailand, Nieuw-Zeeland en Australië. We zijn voor internationale afspraken om de economie groener, eerlijker en diervriendelijker te maken.
De Tweede Kamer in Nederland en het Europees Parlement moeten onderhandelingen over handels- verdragen beter kunnen controleren.
Wanneer de EU lagere eisen stelt aan vergelijkbare, geïmporteerde producten van buiten Europa, exporteert het vervuiling, en ondermijnt het onze bedrijven en het terugdringen van grondstofverbruik. De EU legt handelspartners daarom stapsgewijs dezelfde standaarden op.
Import van dierlijke producten van buiten de EU
Wat je in de Europese Unie niet mag produceren, mag je hier ook niet verkopen. Alle ingevoerde levensmiddelen moeten voldoen aan de Europese producteisen op het gebied van plant- en diergezondheid, voedselveiligheid en etikettering.
Het doel is dat ook voedsel en veevoer van buiten de EU dat naar de EU wordt geïmporteerd voldoet aan de eisen van dierenwelzijn, emissies, biodiversiteit, milieu-, voedselveiligheid en mensenrechten. De Europese dierenwelzijnseisen, zoals bijvoorbeeld het verbod op legbatterijen voor kippen, past de EU ook toe op geïmporteerd voedsel. Vis die van buiten de EU op de Europese markt komt moet aan dezelfde duurzaamheids-, milieu- en dierenwelzijnseisen voldoen als EU-vis.
Er komen heffingen aan de buitengrens om EU-producenten geen concurrentienadeel te geven bij import uit derde landen waar de kosten voor emissies van CO2, stikstof en het besef van dierenwelzijn lager zijn.
We stoppen de import van producten gemaakt in landen met minder strenge regels op het gebied van milieu en dierenwelzijn. Brengt de productie van grondstoffen schade toe aan mensen, dieren, milieu of natuur? Dan stelt de EU strenge eisen aan de import van deze grondstoffen. We verbieden de handel in – en import van – ganzen- lever of eendenlever (foie gras).
De EU verbiedt het gebruik en de verkoop van het vruchtbaarheidshormoon PMSG. Dit hormoon wordt weggehaald bij zwangere paarden (op zogenoemde ‘bloedboerderijen’). Om er dieren in de Europese vee-industrie vruchtbaarder mee te maken. We verbieden de import van – en de handel in – onverdoofd geslachte dieren.
De EU verbiedt de import van dieren die in het wild zijn gevangen. We verbieden ook de handel in deze dieren. We verbieden de handel in ivoor en jachttrofeeën. Transportbedrijven, zoals luchtvaart- maatschappijen, mogen geen jachttrofeeën (of delen van dieren als gevolg van de jacht) vervoeren.
Wanneer de EU lagere eisen stelt aan vergelijkbare, geïmporteerde producten van buiten Europa, exporteert het vervuiling, en ondermijnt het onze bedrijven en het terugdringen van grondstofverbruik. De EU legt handelspartners daarom stapsgewijs dezelfde standaarden op.
Dierproeven
De Europese Unie stimuleert de ontwikkeling en het gebruik van alternatieven voor dierproeven, ook in de farmacie. Dierproeven zijn niet langer de gouden standaard.
Dierproeven worden uitgefaseerd. Als eerste stap staan we zulke proeven alleen nog maar toe als dat de enige manier is om een substantiële verbetering van de volksgezondheid te bereiken. Er komt meer geld voor dierproefvrij onderzoek.
De EU maakt een actieplan voor proefdiervrij onderzoek. Het doel: uiterlijk in 2030 geen dierproeven meer. De EU maakt strenge regels voor onderzoek met proefdieren, zolang dierproeven nog bestaan. De EU zorgt voor meer proefdiervrij onderzoek: in Europa en de rest van de wereld. Ook komt er extra geld voor proefdiervrij onderzoek in de EU. Bedrijven, ziekenhuizen, universiteiten en andere instellingen moeten gegevens over dierproeven openbaar maken (en delen). Dan voorkomen we onnodige herhaling van dierproeven. De EU verbiedt de verkoop van verzorgings- producten die op dieren zijn getest. De EU zet zich ook in voor een wereldwijd verbod op dierproeven voor bijvoorbeeld make-up. We verbieden onderzoeken met apen. Europese onderzoekers en bedrijven mogen buiten Europa geen dierproeven (laten) doen die in de EU verboden zijn. We doden geen dieren die niet meer gebruikt worden voor onderzoek. Maar we vangen ze op en herplaatsen ze. Zijn bij het ontwikkelen van een product dierproeven gedaan? Dan moet dat 20 jaar op het etiket blijven staan.
Met de ontwikkeling van alternatieve testmethodes worden proefdieren op termijn geheel overbodig. De Europese cosmeticawet moet worden herzien opdat uitsluitend dierproefvrije cosmetica wordt toegestaan.
Trek meer geld uit voor onderzoek naar alternatieven voor dierproeven. Stel een routekaart op met duidelijke doelen om dierproeven te verminderen, te verfijnen en te vervangen, en verbeter de institutionele samenwerking om kennis uit te wisselen en de vooruitgang te versnellen.
Door ontwikkeling van proefdiervrije onderzoeksmethoden en innovatieve alternatieven, hoeven dierproeven niet meer de norm te zijn. Deze worden wat de VVD betreft alleen nog ingezet als dit aantoonbaar de enige manier is om een verbetering van de volksgezondheid te bewerkstelligen. Dierproeven worden onderling beter afgestemd binnen de EU, om onnodige dierproeven tegen te gaan.
Genetische manipulatie
We verbieden het genetisch modificeren en klonen van dieren, alsmede de import van gemodificeerde en gekloonde dieren en de producten daarvan. Daarbij geldt een uitzondering voor wetenschappelijk onderzoek en voor de productie van medicijnen tegen levensbedreigende ziekten.
We verbieden het klonen van dieren. Bij klonen wordt een lichaamscel uit een dier gehaald. Daarmee wordt dan precies hetzelfde dier ‘gemaakt’. We verbieden ook andere vormen van genetische manipulatie, zoals de CRISPR- Cas-techniek.
Verbied het versnipperen en vergassen van mannelijke kuikens — wat routinematig gebeurt omdat ze niet winstgevend zijn in de vlees- en eierenindustrie — door over te stappen op technologieën die het geslacht vaststellen voordat de kuikens uit het ei komen.
We zijn optimistisch over de kansen die gentechniek biedt voor een duurzamere en diervriendelijkere voedselproductie.
Vermaak met dieren
Wij streven met elkaar naar het voorkomen van dierenleed, maar zulks ter beoordeling van het lokale gezag dat bekend is met tradities en de omgang met dieren. Een cultureel feest zoals Kallemooi op Schiermonnikoog met een haan die kort in de mast hangt, mag dan ook niet worden belemmerd als gevolg van nieuwe Europese richtlijnen voor dierenwelzijn als deel van de Green Deal.
Het beschermen van dieren is belangrijker dan tradities in EU-landen. Dat betekent bijvoorbeeld dat we het rapen van kievitseieren verbieden. Net als de jacht op trekvogels in landen als Malta, Italië en Frankrijk.
We verbieden het optreden van dieren voor vermaak. De EU verbiedt het gebruik van dieren in dolfijnenbaden en circussen. Dieren die er nu nog vastzitten, vangen we veilig op. Dierentuinen – en dierenverblijven met water (aquaria) – worden speciale opvanglocaties. Om dieren in te verzorgen, niet om mensen te vermaken. De EU helpt hierbij met geld. Zolang dierentuinen en aquaria nog bestaan, houden ze zich aan strenge regels. Dierentuinen mogen geen dieren verminken. En bijvoorbeeld geen vleugels knippen bij vogels. Of tanden trekken bij roofdieren. We verbieden stierenvechten. De EU geeft geen geld meer aan vermaak of tradities met dieren. We verbieden evenementen met dieren. Of markten waar dieren te koop worden aangeboden. We verbieden het gokken op wedstrijden met dieren. Zoals bij hondenrennen en paardenrennen. We verbieden wedstrijden en sporten waarbij dieren worden gebruikt of gedood. Zoals kamelen- races, hondenraces, duivensport en hengelen. Dat geldt ook voor wedstrijden waarbij windhonden op levende hazen jagen. We verbieden manieren van trainen die schadelijk zijn voor dieren. Zoals in de paardensport.
Verbied de voortplanting en het gebruik van wilde dieren voor amusement, inclusief het gebruik in circussen, voor stierenvechten en soortgelijke evenementen, aquaria/dolfijnencentra en dierentuinen, en ondersteun een overgangsperiode voor instellingen om hun activiteiten aan te passen en om de wilde dieren die voor amusement worden gebruikt in opvangcentra te plaatsen.
Het gebruik van wilde dieren in circussen moet in heel Europa worden verboden.
Huisdieren
We houden alleen dieren als huisdier als ze geschikt zijn om met mensen samen te leven. Dat geldt niet voor dieren die bedreigd worden met uitsterven. Of voor dieren die gevaarlijk zijn voor de gezond- heid van mensen en andere dieren. Er komt ook een lijst met dieren die geschikt zijn als huisdier (de ‘positieflijst’). Staat een dier niet op deze lijst? Dan mogen deze dieren ook niet gehouden of verkocht worden als huisdier.
Alle honden en katten in Europa krijgen een chip. Deze chip bevat informatie over de fokker, de handelaar en het baasje. Zo gaan we dieren- mishandeling tegen. Net als het illegaal fokken of achterlaten van dieren. We beschermen zwerfhonden en zwerfkatten beter. Ook zij krijgen een chip. De EU geeft geen geld om zwerfdieren te doden. De EU ondersteunt projecten om zwerfdieren te steriliseren en terug te plaatsen.
We verbieden het fokken van zoveel mogelijk dieren om ze vervolgens online en via dierenwinkels te verkopen. We pakken ‘puppyfabrieken’ keihard aan. Net als onbetrouwbare handelaren.
We stellen regels op voor het houden en verzorgen van huisdieren. Sociale dieren – zoals konijnen en cavia’s – mogen niet alleen worden gehouden. We verbieden ook de verkoop van vissenkommen en te kleine hokken en kooien. We verbieden het fokken op uiterlijk van dieren. Zoals honden en katten met een platte snuit en een kleine schedel. Dit zorgt bij dieren bijvoorbeeld voor problemen met ademen. De EU verbiedt de handel en import van deze dieren. Ook inteelt is niet meer toegestaan in de dierenfokkerij.
EU-landen moedigen mensen aan om huisdieren te adopteren. Bijvoorbeeld uit een dierenasiel. We verbieden de verkoop van dieren via internet, tuinwinkels en markten. Zolang er nog geen verbod is, moet de verkoop voldoen aan strenge regels. De EU verbiedt uiterlijke ingrepen bij huisdieren. Zoals het afknippen van oren. Of het afzetten van staarten. We stellen speciale regels op voor het vervoer van honden en katten. Bijvoorbeeld over de afmetingen van een mand of kennel. Medische zorg van dierenartsen moet betaalbaar blijven. Dan blijft goede zorg voor huisdieren toegankelijk.
Pak de illegale handel in gezelschapsdieren in de EU aan en stel een actieplan op om dit probleem aan te pakken. Voer coördinerende wetgeving in voor de vergunningverlening en registratie van fokkers van gezelschapsdieren om de normen te harmoniseren. Ontwikkel een EU-databank voor de registratie van gezelschapsdieren (honden, katten en fretten) en maak haar verplicht (microchippen).
We spannen ons in voor een Europese positieflijst naar Nederlands voorbeeld voor zoogdieren, en ook voor amfibieën, reptielen, vissen en vogels.