Dierenbeschermers: ‘Oefen met hulp aan dieren bij natuurrampen’

Dieren zijn de dupe als er meer natuurbranden komen. Vier dierenorganisaties roepen op daarmee rekening te houden in rampenplannen.

Onno Havermans28 januari 2023, 12:58

Ja, het is een papieren tijger, verzucht Eline Lauret van de Nederlandse Federatie Dierenopvang Organisaties (NFDO). Samen met IFAW, Dierenlot en de Dierencoalitie roept de NFDO de overheid op hulp aan dieren op te nemen in rampenplannen. Want voor dieren is nu onvoldoende geregeld, vult Sabine Zwiers van IFAW (International Fund for Animal Welfare) aan.

Door droogte en opwarming van de aarde krijgt Nederland te maken met meer onblusbare natuurbranden, waarschuwden deskundigen begin deze week. Hun rapport Natuurbrandsignaal ’23 is aanleiding voor de vier dierenorganisaties opnieuw aandacht te vragen voor het lot van dieren bij rampen zoals branden en overstromingen.

Dierenambulances vallen buiten rampenorganisaties

“Er komt geen goede hulpverlening als dierenambulances, dierenasiels, dierenbeschermingsorganisaties en andere deskundigen buiten de officiële rampenorganisatie worden gehouden”, zegt Lauret.

Bij de overstromingen in Limburg, in de zomer van 2021, zijn ‘veel dieren om het leven gekomen’. Lauret herinnert aan een koe die meer dan honderd kilometer werd meegesleept door de wild stromende Maas. “De aandacht ging volledig uit naar mensen, en dat is logisch. Maar je moet ook dieren redden en het is van levensbelang om vooraf te weten hoe dat is geregeld. Wie moet je bellen, wie is inzetbaar, waar is opvang?”

Die mensen, vrijwel altijd vrijwilligers, moeten meedoen aan rampenoefeningen, zegt Zwiers. “Hulpverlening bij een brand of overstroming gaat niet vanzelf. Dat moet je trainen: de gezamenlijke aanpak en elke individuele taak.”

Wild dier in nood

Daarbij hoort ook het inschatten van risico’s, vult Lauret aan. “Als een wild dier in nood is, moet je weten wat je kunt doen. Je kunt niet zomaar het water inspringen of zorgen dat een hert of ree die kant opgaat waar het geen gevaar loopt. Daar heb je kennis voor nodig. Dieren in nood kunnen onvoorspelbaar reageren en de eigen veiligheid hoort voorop te staan.”

Bij bosbranden in Siberië, Griekenland en Australië waren dieren de laatste jaren veelvuldig slachtoffer, ondanks hun goede neus en het vermogen gevaar in te schatten. In het Australische bosbrandseizoen 2019-2020 kwamen minstens een miljard wilde dieren om, zeggen Lauret en Zwiers. Beelden van verbrande koala’s en kangoeroes zijn bij velen blijven hangen.

“Branden en overstromingen zijn voor kwetsbare populaties de doodslag”, zegt Zwiers. “Daar kun je bij de inrichting van het landschap rekening mee houden.” Zo kwamen bij bosbranden in Frankrijk twee jaar geleden veel schildpadden om, vertelt ze. De dieren die overleefden, hadden kunnen wegkruipen onder grote steenblokken.

Terug om een huisdier te zoeken

“Als dieren in de problemen komen, ondervinden mensen daar ook hinder van”, zegt Lauret. Ze verwijst naar Limburgers die niet wilden evacueren zonder hun huisdieren toen het water steeg. “Mensen willen niet weg, of ze komen zonder toestemming terug om hun dieren te zoeken, met veel risico. Registratie van vermiste en gevonden dieren is daarom nodig. Het recente voorstel katten verplicht te chippen maakt dat makkelijker.”

Eigenaren zijn verantwoordelijk voor hun huisdieren, beheerders van natuurgebieden voor het wild en boeren voor hun vee. “Maar voor grote grazers komt de evacuatie regelmatig te laat en boeren laten soms hun koeien achter als de verzekering meer oplevert”, stelt Lauret. “En er is niemand die daar tijdens een ramp aan denkt.”

Het zou ook goed zijn om in de rampenplannen rekening ermee te houden dat dierenhulpverleners bijna altijd vrijwilligers zijn, zegt Lauret. “Zij zorgen voor vervoer en opvang, en ze ruimen na afloop van een ramp vaak ook de dode dieren op die zijn achtergebleven. Dat doen ze nu ook bij de vogelgriep, net zo goed een ramp waarvoor bijna niets is geregeld.”

https://www.trouw.nl/cs-b1b4cba1

 

Lees ook:

Nederland wordt droger en warmer, en krijgt meer branden die niet te blussen zijn

Een groter deel van Nederland gaat te maken krijgen met natuurbranden, die bovendien intenser worden en voor meer schade zorgen, waarschuwen experts van meerdere kennisorganisaties.

Krachten bundelen werkt: samenwerking Dierencoalitie leidt tot houdverbod voor doorgefokte honden en katten

Vandaag vieren we feest met de organisaties van de Dierencoalitie. Minister Adema heeft namelijk een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met de aankondiging dat hij een houdverbod instelt voor honden en katten met schadelijke kenmerken, zoals een korte snuit. Dit vinden wij geweldig nieuws. Het komende houdverbod is het rechtstreekse resultaat van de politieke lobby en samenwerking van de organisaties van de Dierencoalitie.

Organisaties van de Dierencoalitie waaronder de Sophia-Vereeniging, Dier&Recht en stichting DierenLot sloegen hun handen ineen en bedachten een plan de campagne om de handel en de import tegen te gaan van mismaakte, doorgefokte dieren. Deze dieren lijden immers o.a. aan benauwdheid, hebben oogziektes, huidontstekingen en hernia’s en dit alleen omdat een groep consumenten bepaalde kenmerken mooi vindt. Dat is natuurlijk onacceptabel.

De Dierencoalitie ontwikkelde een politieke strategie die vandaag tot een geweldig resultaat heeft geleid. We willen minister Adema dan ook danken om deze ambitieuze stap. Met het houdverbod dat de minister heeft aangekondigd komt er een einde aan de handel, de import èn het houden van dieren die gefokt zijn op extreme uiterlijke kenmerken. We blijven graag met het ministerie van LNV in gesprek over de uitwerking van zo’n houdverbod.

Minister Adema, maak dierwaardige veehouderij onderdeel van oplossing vogelgriep

Het massaal vergassen van dieren vanwege vogelgriep toont opnieuw aan dat het systeem van de industriële veehouderij doodlopend en onhoudbaar is. De minister moet haast maken met het dierwaardig maken van de veehouderij en boeren helpen in de omslag, schrijven Sandra Beuving en Margreet Steendijk namens vele organisaties.

Recent konden we lezen dat er inmiddels bijna zes miljoen kippen, eenden en kalkoenen zijn gedood vanwege vogelgriep. Driekwart van de dieren werd geruimd omdat er daadwerkelijk vogelgriep in hun stal werd gevonden. Het overige kwart werd preventief gedood om verspreiding van het virus te voorkomen.

De maat is vol. Dat vinden ook de boeren, die onlangs de minister opriepen om te stoppen met het preventief doden van gezonde dieren. Naast het dierenleed onder de gehouden vogels is er enorm veel leed onder de in het wild levende vogels. Ook is er gevaar voor de volksgezondheid, namelijk de kans op een mutatie van het vogelgriepvirus dat op de mens overspringt en een nieuwe pandemie veroorzaakt.

‘Ruimen’

Er wordt heel makkelijk gesproken over het doden van kippen, eenden en kalkoenen door het gebruik van de verhullende term ‘ruimen’. In ieder geval één nieuwsmedium durfde het aan om het woord ‘afmaken’ te gebruiken. Want dát is wat het is. De dieren worden gedood door de stal luchtdicht af te plakken en vervolgens vol te pompen met koolstofdioxide. Inmiddels dreigt er vanwege de energiecrisis een tekort aan het gas.

Het ministerie van landbouw en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA, die de vergassingen uitvoert) overwegen nu om dieren dan maar in containers of grote zakken (big bags) te vergassen. Dat betekent dat tienduizenden of honderdduizenden dieren met de hand worden gevangen en met velen tegelijk in een container of zak worden gestopt. Veel extra stress voor alle dieren. Bovendien brengt het mogelijk risico’s met zich mee voor de verdere verspreiding van het virus, omdat zieke dieren eerst met de hand gevangen worden en dus meer dieren in contact komen met mensen.

Mooie, eerste stap

Minister Adema van landbouw zegt inmiddels ook dat hij de situatie onhoudbaar vindt. Hij geeft aan dat hij met de pluimveesector afspraken wil maken over de pluimveedichtheid. Verder verkent hij de mogelijkheid om nieuwe vestigingen of uitbreiding van pluimveebedrijven te verbieden en vaccinatie te bespoedigen. Hij wil voorkomen dat er grote hoeveelheden kippen dicht bij elkaar zitten.

We complimenteren de minister met dit inzicht, zo vlak na zijn aanstelling. Het is een mooie eerste stap. Dichtbevolkte stallen in een vee-dicht gebied is inderdaad vragen om problemen. Echter het maken van afspraken hierover met de sector achten wij kansloos. Er is meer voor nodig dan een afspraak om de pluimveesector te laten minderen in omvang of te laten verdwijnen uit een gebied.

Dierwaardig

De minister moet vogelgriep – en in bredere zin zoönose-risico’s – onderdeel maken van de vergunningverlening en hierover met provincies en gemeenten in gesprek gaan. Daarnaast moeten boeren geholpen worden om over te schakelen naar een dierwaardige houderij met veel minder dieren die een veel beter leven hebben.

De gezondheid en het welzijn van het dier moeten het uitgangspunt zijn van al het beleid; alleen dan kom je tot integrale oplossingen. Met alle andere problemen die in de huidige landbouw spelen en de hervormingen die daarvoor nodig zijn, is het nu het moment om te kiezen voor een dierwaardige landbouw en liggen de kansen voor het oprapen. De minister heeft de keuze. De dieren hebben dat niet. Zij zijn enkel slachtoffer.

Sandra Beuving, directeur stichting ondersteuning Dierencoalitie, en Margreet Steendijk, inspecteur bij Eyes on Animals. Zij schrijven namens: Dirk-Jan Verdonk – World Animal Protection, Geert Laugs – Compassion in World Farming, Robyn Pees – Dier & Recht, Frederieke Schouten – Varkens in Nood, Petra Sleven – Vier Voeters, Quintijn Hoogenboom – De Faunabescherming, Sandra Schoenmakers – Bont voor Dieren en Maite van Gerwen – CAS International.

https://www.trouw.nl/opinie/minister-adema-maak-dierwaardige-veehouderij-onderdeel-van-oplossing-vogelgriep~b731673d/

© Foto Eline Hendriks

Odin verhoogt de prijs op eieren en stopt het vergassen van eendagskuikens

29-08-2022

Supermarkt Odin heeft de verantwoordelijkheid genomen om het vergassen en vermalen van haantjes tegen te gaan. Op dit moment is het de gangbare praktijk om eendagshaantjes na de geboorte direct te vergassen of te vermalen en te verwerken als diervoeder. De Dierencoalitie wil dat er een einde komt aan het doden van pasgeboren haantjes, wat enkel en alleen gebeurt omdat deze dieren geen economische waarde hebben.

Uit 1 op de 2 eieren die worden uitgebroed, wordt een haantje geboren. Omdat de haantjes geen eieren leggen en dus geen economische waarde hebben, worden ze direct vergast of levend vermalen. In Nederland alleen gaat dit om zo’n 45 miljoen dieren per jaar. De Dierencoalitie ziet graag een verbod op het vergassen of versnipperen van deze kuikens. In Zwitserland en Frankrijk geldt al een verbod. Zolang dat verbod er niet is in Nederland, zijn wij blij dat marktpartijen zoals Odin stappen nemen om deze gruwelijke praktijken tegen te gaan.

Supermarkt Odin draagt zorg voor de gehele financiering om het vergassen van de eendagskuikens tegen te gaan en ze op het bedrijf te laten opgroeien. Deze kosten worden doorvertaald aan de consument door de prijs van eieren te verhogen. Dat is wel zo eerlijk, want deze haantjes worden geboren bij de fok van leghennen voor de productie van eieren. De eierketen inclusief de consument, zijn dus medeverantwoordelijk voor het lot van deze eendagskuikens.

De Dierencoalitie zet zich in voor de eiwittransitie en dus voor het meer produceren en consumeren van plantaardige alternatieven van onder andere eieren en kippenvlees. Zolang de consument echter nog eieren eet, is het belangrijk dat er op een verantwoorde wijze met de haantjes wordt omgegaan en deze niet langer achteloos te vermalen of te vergassen. We roepen supermarkten dan ook op om het voorbeeld van Odin te volgen, de prijs van eieren te verhogen en er zorg voor te dragen dat er een einde komt aan het leed van miljoenen eendagskuikens.

Bron: Odin

Waarom de dierenstem door Remkes gehoord moet worden

Een deel van de boeren vinden dat zij het slachtoffer zijn van het stikstofbeleid en voeren protesten op talloze plekken. Bedreigingen, intimidatie en agressie worden daarbij niet geschuwd. Politiek, overheid en andere stakeholders doen hun uiterste best om de boze veeboeren te sussen. Dit gaat zelfs zover dat, ondanks het gewelddadige optreden van radicale veehouders, deze uitgenodigd zijn door Remkes om te praten over het stikstofbeleid. Ook veevoerfabrikanten, natuurorganisaties en banken komen onderhandelen over de uitstoot van de dierlijke agro-industrie. De grote afwezigen bij dit overleg zijn de miljoenen dieren die in deze industrie leven.

Vrijdag had bemiddelaar Remkes zijn eerste overleg met de boze boeren. Zij zijn het niet eens met het stikstofbeleid van het kabinet en willen dat hier een streep door gaat. LTO gaf aan alleen maar bij Remkes aan tafel te willen komen als de kabinetsdoelen met bijbehorend tijdspad losgelaten wordt. De LTO-voorzitter noemt dat een ‘harde voorwaarde’. Waar premier Rutte eerst voet bij stuk hield en zei dat hierover niet gediscussieerd kon worden, kwam na een telefoongesprek tussen Rutte en LTO al snel naar buiten dat er toch ‘geen taboes zijn’. Ook Agractie heeft als voorwaarde dat er geen wettelijke grens komt van de neerslag van stikstof in de natuur. En zo dreigt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de rechtstaat te negeren en laat zij opnieuw de agro-industrie de voorwaarden dicteren. Als je maar hard genoeg schreeuwt, intimideert of agressief bent, dan wordt er blijkbaar naar je geluisterd.

Naar wie niet naar geluisterd wordt, zijn de miljoenen dieren waar het in de stikstofcrisis om draait: zeven keer zoveel dieren dan dat er inwoners in Nederland zijn. Het geschreeuw van deze dieren hoor je alleen maar achter de gesloten deuren van potdichte stallen of slachthuizen. Als daar wel naar geluisterd zou worden, dan zouden zogenaamde stikstofoplossingen waar de boze boeren voor pleiten zoals luchtwassers of emissiearme vloeren, geen optie zijn. Luchtwassers doen namelijk niets aan de luchtkwaliteit in de stal. Minstens een op de vijf varkens heeft een long- of borstvliesontsteking als gevolg van een slecht stalklimaat. Iets waar aandacht voor zou moeten zijn in de gesprekken die Remkes gaat voeren. Op dit moment hebben vijf miljoen varkens per jaar pijn bij elke ademhaling als gevolg van het stalklimaat. Met nog meer luchtwassers groeit ook het dierenleed. Ook investeren in emissiearme vloeren zou voor dieren geen goede stikstofoplossing zijn. Naast de risico’s op explosies en stalbranden die deze vloeren met zich meebrengen, glijden de dieren uit over hun eigen poep en pies met botbreuken en klauwproblemen als gevolg.

Door de stem van dieren te negeren in deze discussie, worden ook de echte oplossingen genegeerd. Want dat deze stikstofcrisis opgelost kan en moet worden, is evident. Maar dan alleen met integrale en systemische oplossingen die een win-win-win opleveren voor dieren, de natuur en de boer. Daar hoort een drastische inkrimping van de veestapel bij, het beprijzen van de maatschappelijke kosten, het opkopen van intensieve megastallen, het inzetten op een transitie naar een biologische en dierwaardige bedrijfsvoering en het stimuleren van technologische innovaties die wél werken zoals kweekvlees, precisiefermentatie en plantaardige alternatieven van vlees en zuivel. Deze oplossingen gaan hand in hand met een flinke verhoging van de prijs van vlees en zuivel afkomstig van dieren. Een prijs die de hele keten, inclusief de consument, moet betalen. De opbrengsten hiervan kunnen terugvloeien naar de groene boer die oog heeft voor het dier en de natuur. En volgens het groenboerenplan zijn er daar in ieder geval al 2500 van in Nederland.

Dus meneer Remkes, nodig ook de dierenstem uit aan tafel. En als dat niet de dieren zelf zijn, dan organisaties en boeren die deze dieren vertegenwoordigen. Zodat er een stikstofbeleid komt dat zowel het belang van het dier, de natuur, de boer en de toekomst van Nederland dient.

https://www.bnnvara.nl/joop/artikelen/waarom-de-dierenstem-door-remkes-gehoord-moet-worden

Nieuwe positieflijst voor huisdieren: hopelijk het wachten waard

Het is eindelijk zover! Vijf jaar nadat de vorige positieflijst ongeldig werd verklaard, heeft het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vandaag een nieuwe positieflijst gepresenteerd. De Dierencoalitie, onder leiding van stichting AAP, heeft al die tijd aangedrongen op de invoer van zo’n lijst, die heel veel ongeschikte diersoorten uitsluit als huis- of hobbydier. Met 50 jaar ervaring in het opvangen van met name exotische zoogdieren, zien we de positieflijst als het beste middel om de wildgroei van dieren die bij particulieren in de problemen komen – of problemen veroorzaken – te stoppen.

Directeur David van Gennep van stichting AAP is hoopvol: “We maken ons al 30 jaar hard voor de positieflijst. Al in 1992 werd in de wet vastgelegd dat er een lijst moest komen die alleen geschikte huis- en hobbydieren toestond. Een glashelder instrument dat veel effectiever is dan verschillende verbodslijstjes die steeds achter de feiten aan lopen. Eerdere pogingen mislukten omdat de positieflijst werd aangevochten door een groepje hobbyisten. Met achter hen uiteraard een enorme industrie; in de handel in exotische dieren gaat heel veel geld om. We hopen dat het ministerie de lessen uit het verleden geleerd heeft en dat de nieuwe positieflijst standhoudt. Voor talloze dieren, maar ook voor alle opvangcentra die worstelen om plek te maken om al die ex-huisdieren op te vangen, is het erop of eronder.”

David van Gennep reageert op de komst van de nieuwe positieflijst

Overspoeld
In Nederland worden ruim 300 verschillende zoogdiersoorten als huis- of hobbydier gehouden. Denk aan honden, katten en cavia’s, maar ook impala’s, kinkajoes, degoes, stokstaartjes, sugar gliders, kleinklauwotters, luiaards, genetkatten, sabelantilopen, woestijnvossen, laaglandtapirs, servals, reuzenkangoeroes en zelfs een bruine beer worden aantoonbaar privé gehouden in Nederland. Zonder positieflijst is dat volkomen legaal, met alle risico’s van dien voor het welzijn van die dieren, de volksgezondheid en de publieke veiligheid. Mede door de invloed van sociale media schiet de populariteit van exotische soorten regelmatig omhoog, terwijl opvangcentra overspoeld worden met aanvragen om de dieren over te nemen. Ze blijken toch niet zo leuk, tam of veilig en voldoen niet aan de verwachtingen. De betrokken dieren zijn steevast de dupe van die trends. Zo zien we de laatste jaren meldingen rondom servals en andere katachtigen snel oplopen.

De serval: populair maar ongeschikt als huisdier.

Nieuwe methodiek
De eerdere positieflijst werd in 2015 van kracht en zou in 2017 worden aangevuld, maar dat ging niet door omdat de lijst werd aangevochten door de hobbyhouders. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de lijst niet zorgvuldig genoeg tot stand was gekomen: een enorme teleurstelling voor iedereen die hoopte dat het probleem eindelijk opgelost kon worden. Voor de nieuwe positieflijst liet het ministerie een volledig nieuwe methodiek ontwikkelen door wetenschappelijke experts. Een onafhankelijke adviescommissie heeft vervolgens alle gehouden zoogdiersoorten beoordeeld op geschiktheid. Positieflijsten voor vogels en reptielen volgen later op basis van dezelfde methodiek, is de bedoeling.

Hele EU
Een deskundig opgestelde positieflijst pakt alle risico’s van exotisch huisdierbezit op effectieve, efficiënte, transparante en economisch haalbare wijze aan. AAP gaat het besluit en de bijbehorende documenten nu grondig bestuderen. Van Gennep besluit: “Een ding is zeker: bij AAP blijven we ons met hart en ziel inzetten voor het welzijn van deze dieren. Nederland is straks hopelijk de zesde EU-lidstaat met een positieflijst die gehandhaafd wordt. Wij gaan door totdat de hele EU het welzijn van exotische dieren beschermt met een positieflijst.” En de Dierencoalitie sluit zich daar volledig bij aan.

Hulp voor dieren bij rampen is een blinde vlek

Het redden van dieren is een wettelijke taak van veiligheidsregio’s, die vaak bij de brandweer is neergelegd. Volgens de dierenorganisaties is er bij rampen echter onvoldoende aandacht voor het evacueren en opvangen van huisdieren, landbouwdieren en het redden van wilde dieren.

Uit een analyse van verkiezingsprogramma’s van gemeentelijke politieke partijen blijkt dat er geen of nauwelijks aandacht is voor hulp aan dieren bij een ramp. Ten tijde van de watersnoodramp in Limburg, maar ook nu tijdens de oorlog in Oekraïne, zie je dat mensen hun dieren willen meenemen op het moment dat ze vluchten of evacueren.

 

 

 

Bron: Pixabay

Hulp aan dieren is hulp voor mensen

IFAW, DierenLot, NFDO en de Dierencoalitie vinden dat ‘hulp aan dieren, hulp voor mensen is’. Ze roepen politieke partijen, gemeenteraden en veiligheidsregio’s op het onderwerp ‘dieren en rampen’ op de agenda te zetten. Beleid omtrent hulp aan dieren draagt direct bij aan veel minder dieren- en mensenleed.

De dierenorganisaties: “Dieren vind je onvoldoende terug in rampenplannen. Concrete evacuatieplannen en opvang ontbreken voor gezelschapsdieren en zijn niet goed geregeld voor landbouwdieren. Het redden van wilde dieren krijgt helemaal geen aandacht. Ook zijn dierenhulporganisaties en dierenartsen niet opgenomen in de crisisstructuur. De maatschappij vindt dieren echter van steeds groter belang. Goede zorg voor dieren tijdens rampen is belangrijk vanwege dierenwelzijn, mensenwelzijn, volksgezondheid en veiligheid. Die zorg komt er alleen als dieren en dierenhulporganisaties een vaste plek krijgen in de Wet Veiligheidsregio’s en in rampenplannen. Wij vragen politieke partijen en gemeenteraden er bij veiligheidsregio’s op aan te dringen dat ze haast maken met het opnemen van dieren in rampenplannen. Door o.a. klimaatverandering zullen rampen elkaar immers steeds sneller opvolgen.”

Voorkom extra trauma

De oorlog in Oekraïne is een ramp van ongekende omvang, waarbij mensen én dieren worden getroffen. Veel vluchtelingen komen naar Nederland en nemen hun huisdieren mee. Ze zien de dieren als een gezinslid en ervaren troost door de nabijheid van hun dier.

In de vluchtelingenopvangcentra is meestal geen plek beschikbaar voor hun huisdieren. Afstand doen of gescheiden worden van hun dier levert een extra traumatiserende ervaring op voor mens en dier. Door goede plannen en samenwerking kunnen dergelijke trauma’s voorkomen worden.

Politici: Vergeet de handel in wilde dieren niet. Beter grondig voorkomen dan tijdelijk genezen.

We zijn de COVID-19-pandemie nog niet te boven of de volgende zoönose – vogelgriep – is alweer opgerukt. Het is tijd voor een omslag van vooral crisisbestrijding naar daadwerkelijke preventie, vinden de Dierencoalitie, IFAW, Stichting AAP, Stichting SPOTS en World Animal Protection. In aanloop naar het parlementaire debat over zoönosen op 24 februari, pleiten zij voor een integrale aanpak die aandacht heeft voor álle grondoorzaken van zoönose-overdracht, dus ook de handel in wilde dieren.

Vandaag overhandigen de dierenwelzijns- en natuurbeschermingsorganisaties hun actieplan ‘Van Social Distancing naar Wildlife Distancing’ en bijbehorende petitie, met 10.371 handtekeningen, aan de Tweede Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De organisaties stellen in dit plan 15 maatregelen voor om de handel in wilde dieren en wilde dierproducten te beperken en zo het risico op zoönosen te verminderen. Het actieplan stelt niet alleen aanscherpingen van beleid en regelgeving voor, maar doet ook aanbevelingen voor verhoogde bewustwording en capaciteitsversterking voor betere opsporing en handhaving.

Diverse maatregelen uit het actieplan, dat vorig jaar werd gelanceerd, vonden weerklank in het onafhankelijke expertrapport ‘Zoönosen in het vizier’ dat afgelopen zomer verscheen. “We zijn heel blij dat een aantal aanbevelingen al actief worden opgepakt door het Ministerie. Zo wordt er gewerkt aan de afronding van de Positieflijst en zijn er een aantal toezeggingen gedaan om markten met wilde dieren beter te reguleren”, zegt David van Gennep van Stichting AAP. Tegelijkertijd ziet hij ook factoren die nog onderbelicht blijven. “We hebben bijvoorbeeld nog altijd geen zicht op de schaal waarop illegaal wilde dierenvlees (‘bushmeat’), dat gevaarlijke virussen en bacteriën kan bevatten, in Nederland wordt verhandeld en geconsumeerd.

De organisaties onderstrepen dat álle vijftien gepresenteerde maatregelen belangrijk zijn voor een effectieve pandemie-preventie. Zo is er in het expertrapport nog weinig aandacht voor traditionele medicijnen. Hoewel het merendeel van traditionele medicijnen bestaat uit het gebruik van planten en behandelingen, worden in een gedeelte ervan wilde dieren verwerkt. Dit soort medicijnen vormen een aanzienlijk deel van de legale en illegale handel. “Het gebruik van wilde, bedreigde dieren in traditionele medicijnen kan de biodiversiteit schaden. De wereldwijd groeiende vraag leidt ook tot een grote (illegale) handel in wilde dieren. Dit alles brengt aanzienlijke zoönoserisico’s met zich mee. Wij hopen daarom dat er in de politiek meer aandacht komt voor dit onderwerp” zegt Dennis Vink van World Animal Protection.

De Ministeries van LNV en VWS beginnen vooruit te kijken naar een lange-termijnaanpak en pandemische paraatheid, zoals bleek uit de eerder deze maand verschenen kamerbrief over de COVID-19 aanpak. De dierenwelzijnsorganisaties dringen er op aan dat paraatheid zich richt op structurele preventie. Zij hopen dat er, zowel in het debat van aanstaande donderdag als daarna, voldoende aandacht is voor maatregelen die nieuwe pandemieën kunnen voorkomen, waaronder het terugdringen van de handel in wilde dieren. “We kunnen niet van crisis naar crisis blijven varen. Zooönose-gevaren zitten in een klein hoekje, dus het is belangrijk dat alle hoekjes worden afgedekt”, aldus Sabine Zwiers van IFAW.

Gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart; stem diervriendelijk

 

Aankomende 16 maart zijn de gemeenteraadsverkiezingen. En dat is voor dieren enorm belangrijk. In gemeenten wonen namelijk katten, honden, kippen, koeien, vogels, hazen en nog veel meer andere dieren. Gezelschapsdieren, landbouwdieren en dieren in de natuur. Zelf kunnen zij niet stemmen, maar u kunt dat wel namens hen doen. Want het is een misverstand dat dierenwelzijn alleen geregeld wordt vanuit de landelijke politiek. Juist op gemeenteniveau is er veel mogelijk om dierenleed te voorkomen!

Welke stappen kunnen gemeenten dan zetten om dieren beter te beschermen? Te denken valt aan het schrijven van een dierenwelzijnsnota of het instellen van een wethouder dierenwelzijn. Daarnaast kunnen gemeenten inzetten op een meer plantaardige samenleving en zo een bijdrage leveren aan het verminderen van het aantal dieren in de veehouderij. Ook zijn gemeenten wettelijk verplicht zich voor te bereiden op mogelijke rampen en maar nog niet zoveel gemeenten hebben hierbij aandacht voor dieren in bijvoorbeeld evacuatieplannen. En wat te denken van de jacht of het verminderen van bont in het straatbeeld? Allemaal zaken waarin gemeenten een doorslaggevende rol kunnen spelen in het beter beschermen van dieren.

Nieuwsgierig geworden? Lees dan meer in de brochure die de Dierencoalitie vandaag heeft gepresenteerd en stem diervriendelijk op 16 maart. Namens de dieren bedankt!

Minister Staghouwer, de vogelgriep schreeuwt om uw aandacht

Er waart een spook rond in Europa, het spook van een virus dat de gezondheid bedreigt. Je zou denken dat alle krachten zich hebben verenigd om dit virus uit te bannen, maar niets is minder waar. Nee, dit gaat niet over omikron, dit gaat over het vogelgriepvirus. Nog nooit was de vogelgriep zo alom tegenwoordig in Europa. De gevolgen zijn nu al groot, het gevaar voor een nieuwe pandemie ronduit beangstigend. We kunnen én moeten nu laten zien dat we geleerd hebben van de COVID-pandemie. En de nieuwe minister van landbouw, Henk Staghouwer, heeft de sleutel in handen voor een uitweg.

De huidige maatregelen, monitoren, ruimen van zieke én gezonde dieren, vervoersverboden en een ophokplicht, blijken niet afdoende. De controle is kwijt. Niet alleen zijn deze ingrepen niet effectief, ze zijn ook verre van ethisch verantwoord. Afgelopen week was het weer raak in Nederland, uit voorzorg  werden 225.000 dieren vergast. Het dierenleed, de financiële schade en de gevolgen voor boeren nemen duizelingwekkende proporties aan. Hoewel vogelgriep van vogels op mensen kan overgaan, is het risico voor mensen nu nog laag. De vrees voor gevaarlijke mutaties groeit echter; ook bij corona sloeg het virus van dieren op mensen over en muteerde het veelvuldig tot ziekmakende of minder ziekmakende varianten. Vogelgriep is al vaker van dier op mens overgesprongen. Er zijn al mensen aan overleden. Als het virus ‘leert’ van mens op mens over te slaan, dan is de ramp niet te overzien. Al jaren merken experts vogelgriep aan als voorname kandidaat om de volgende pandemie te veroorzaken. Dankzij COVID hebben we een voorproefje gekregen van wat dat kan betekenen.

Wat te doen?  Een verbod op pluimveehouderijen in waterrijke gebieden zou helpen, omdat vooral wilde watervogels vogelvirussen bij zich dragen en daar de kans op overdracht het grootst is. Maar het virus grijpt ook op andere plekken om zich heen. Daarom moeten we zo snel als mogelijk overgaan op vaccinatie. Als COVID iets geleerd heeft, is dat als de politieke wil er is, vaccins snel kunnen worden ontwikkeld en ingezet. Tot nu toe ontbrak deze politieke wil omwille van de export naar landen die vlees en eieren van gevaccineerde dieren weigeren. Economie ging boven alles. Maar de wal keert nu het schip. Onlangs toonde ook land- en tuinbouworganisatie LTO zich een voorstander van vaccinatie.

Maar, net als vaccinaties geen volledige oplossing voor corona bieden, doen ze dat evenmin voor vogelgriep. Er is dus meer nodig: een andere manier en schaal van pluimveeproductie. Duidelijk is dat stallen met tienduizenden genetisch identieke dieren opeengedrukt, een speeltuin zijn voor een virus dat daarin kan opvlammen en muteren. Dat zagen we recent ook met het coronavirus, toen miljoenen nertsen zijn vergast. Duidelijk is ook dat het een illusie is te denken dat dit soort stallen hermetisch van de buitenwereld zijn af te sluiten. Onderzoek uit 2018 laat zien dat 37 van de 39 hoog-pathogene vogelgriepvirussen de industriële pluimveehouderij als bron hebben.[1]

We zullen de manier waarop pluimvee wordt ‘geproduceerd’, drastisch moeten herzien. Door kleinschaliger kippen te houden – minder dieren, minder bedrijven en minder dicht op elkaar – door omstandigheden te scheppen waardoor de weerbaarheid van de dieren groter is, door een groter welzijn, door een grotere genetische diversiteit en met oog voor de ecologische relaties met het landschap waarin de pluimveehouderij is ingebed. En ja, dat betekent ook het verkleinen van de consumptie van kippenvlees en eieren. Daarmee is het directe probleem van nu niet opgelost, maar kunnen in de toekomst impact en risico’s sterk worden beperkt. Dat vergt veel, maar de enorme ontwrichting van COVID laat zien dat het de moeite waard is, het is letterlijk van levensbelang.

En nu is het moment. De nieuwe minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft al de opdracht om, samen met de nieuwe minister voor Natuur en Stikstof, de Nederlandse landbouw drastisch te hervormen. Dat is nodig om aan regels te voldoen over stikstof en waterkwaliteit. En om te voldoen aan de Europese doelstelling om in 2030 een kwart van de landbouw biologisch te krijgen (nu nog slechts 4%). En zo zijn er meer goede redenen voor hervorming, waaronder het verbeteren van dierenwelzijn. Waar de minister echter voor zal moeten waken is om al die problemen te beschouwen als geïsoleerde pijnpunten waarop slechts pleisters geplakt hoeven te worden om vervolgens door te kunnen gaan met business as usual. Een luchtwasser in de stal tegen stikstof, een middeltje in het koeienvoer tegen methaan, een ophokplicht tegen vogelgriep. De problemen waar de minister zich voor gesteld ziet, hangen echter nauw met elkaar samen en kunnen alleen in samenhang – op systeemniveau – tot een echte oplossing worden gebracht. Dat geldt ook voor de vogelgriep. Aan minister Staghouwer de taak daadkrachtig de transitie ter hand te nemen om de productie en consumptie van voedsel te transformeren tot een systeem dat de gezondheid en het welzijn van mens én dier bevordert in plaats van in de waagschaal stelt.

Afzender: Dirk-Jan Verdonk van World Animal Protection en de Dierencoalitie, waaronder Stichting Wakker Dier, Eyes on Animals, Varkens in Nood, Dier&Recht, Stichting Vier Voeters en Compassion in World Farming Nederland

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-het-vogelgriepvirus-waart-rond-en-nee-dat-stopt-niet-bij-het-pluimvee~bc758b294/?utm_campaign=shared_earned&utm_medium=social&utm_source=copylink

[1] Onderzoek: https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fvets.2018.00084/full