Minister Staghouwer, de vogelgriep schreeuwt om uw aandacht

Er waart een spook rond in Europa, het spook van een virus dat de gezondheid bedreigt. Je zou denken dat alle krachten zich hebben verenigd om dit virus uit te bannen, maar niets is minder waar. Nee, dit gaat niet over omikron, dit gaat over het vogelgriepvirus. Nog nooit was de vogelgriep zo alom tegenwoordig in Europa. De gevolgen zijn nu al groot, het gevaar voor een nieuwe pandemie ronduit beangstigend. We kunnen én moeten nu laten zien dat we geleerd hebben van de COVID-pandemie. En de nieuwe minister van landbouw, Henk Staghouwer, heeft de sleutel in handen voor een uitweg.

De huidige maatregelen, monitoren, ruimen van zieke én gezonde dieren, vervoersverboden en een ophokplicht, blijken niet afdoende. De controle is kwijt. Niet alleen zijn deze ingrepen niet effectief, ze zijn ook verre van ethisch verantwoord. Afgelopen week was het weer raak in Nederland, uit voorzorg  werden 225.000 dieren vergast. Het dierenleed, de financiële schade en de gevolgen voor boeren nemen duizelingwekkende proporties aan. Hoewel vogelgriep van vogels op mensen kan overgaan, is het risico voor mensen nu nog laag. De vrees voor gevaarlijke mutaties groeit echter; ook bij corona sloeg het virus van dieren op mensen over en muteerde het veelvuldig tot ziekmakende of minder ziekmakende varianten. Vogelgriep is al vaker van dier op mens overgesprongen. Er zijn al mensen aan overleden. Als het virus ‘leert’ van mens op mens over te slaan, dan is de ramp niet te overzien. Al jaren merken experts vogelgriep aan als voorname kandidaat om de volgende pandemie te veroorzaken. Dankzij COVID hebben we een voorproefje gekregen van wat dat kan betekenen.

Wat te doen?  Een verbod op pluimveehouderijen in waterrijke gebieden zou helpen, omdat vooral wilde watervogels vogelvirussen bij zich dragen en daar de kans op overdracht het grootst is. Maar het virus grijpt ook op andere plekken om zich heen. Daarom moeten we zo snel als mogelijk overgaan op vaccinatie. Als COVID iets geleerd heeft, is dat als de politieke wil er is, vaccins snel kunnen worden ontwikkeld en ingezet. Tot nu toe ontbrak deze politieke wil omwille van de export naar landen die vlees en eieren van gevaccineerde dieren weigeren. Economie ging boven alles. Maar de wal keert nu het schip. Onlangs toonde ook land- en tuinbouworganisatie LTO zich een voorstander van vaccinatie.

Maar, net als vaccinaties geen volledige oplossing voor corona bieden, doen ze dat evenmin voor vogelgriep. Er is dus meer nodig: een andere manier en schaal van pluimveeproductie. Duidelijk is dat stallen met tienduizenden genetisch identieke dieren opeengedrukt, een speeltuin zijn voor een virus dat daarin kan opvlammen en muteren. Dat zagen we recent ook met het coronavirus, toen miljoenen nertsen zijn vergast. Duidelijk is ook dat het een illusie is te denken dat dit soort stallen hermetisch van de buitenwereld zijn af te sluiten. Onderzoek uit 2018 laat zien dat 37 van de 39 hoog-pathogene vogelgriepvirussen de industriële pluimveehouderij als bron hebben.[1]

We zullen de manier waarop pluimvee wordt ‘geproduceerd’, drastisch moeten herzien. Door kleinschaliger kippen te houden – minder dieren, minder bedrijven en minder dicht op elkaar – door omstandigheden te scheppen waardoor de weerbaarheid van de dieren groter is, door een groter welzijn, door een grotere genetische diversiteit en met oog voor de ecologische relaties met het landschap waarin de pluimveehouderij is ingebed. En ja, dat betekent ook het verkleinen van de consumptie van kippenvlees en eieren. Daarmee is het directe probleem van nu niet opgelost, maar kunnen in de toekomst impact en risico’s sterk worden beperkt. Dat vergt veel, maar de enorme ontwrichting van COVID laat zien dat het de moeite waard is, het is letterlijk van levensbelang.

En nu is het moment. De nieuwe minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft al de opdracht om, samen met de nieuwe minister voor Natuur en Stikstof, de Nederlandse landbouw drastisch te hervormen. Dat is nodig om aan regels te voldoen over stikstof en waterkwaliteit. En om te voldoen aan de Europese doelstelling om in 2030 een kwart van de landbouw biologisch te krijgen (nu nog slechts 4%). En zo zijn er meer goede redenen voor hervorming, waaronder het verbeteren van dierenwelzijn. Waar de minister echter voor zal moeten waken is om al die problemen te beschouwen als geïsoleerde pijnpunten waarop slechts pleisters geplakt hoeven te worden om vervolgens door te kunnen gaan met business as usual. Een luchtwasser in de stal tegen stikstof, een middeltje in het koeienvoer tegen methaan, een ophokplicht tegen vogelgriep. De problemen waar de minister zich voor gesteld ziet, hangen echter nauw met elkaar samen en kunnen alleen in samenhang – op systeemniveau – tot een echte oplossing worden gebracht. Dat geldt ook voor de vogelgriep. Aan minister Staghouwer de taak daadkrachtig de transitie ter hand te nemen om de productie en consumptie van voedsel te transformeren tot een systeem dat de gezondheid en het welzijn van mens én dier bevordert in plaats van in de waagschaal stelt.

Afzender: Dirk-Jan Verdonk van World Animal Protection en de Dierencoalitie, waaronder Stichting Wakker Dier, Eyes on Animals, Varkens in Nood, Dier&Recht, Stichting Vier Voeters en Compassion in World Farming Nederland

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-het-vogelgriepvirus-waart-rond-en-nee-dat-stopt-niet-bij-het-pluimvee~bc758b294/?utm_campaign=shared_earned&utm_medium=social&utm_source=copylink

[1] Onderzoek: https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fvets.2018.00084/full

Hooked on eating fish? Here are the downsides!

I love fish, …on my plate, or even better, in my mouth! But that’s as far as the love goes. Besides that they are quite stupid, have a one-second memory and they certainly do not feel pain. The struggling you see when they are caught are just reflexes. There is nothing more to them! Or is there?

Yes, there is! Fish are not that simple actually. Therefore, I want to share my main objections against eating fish. For the sake of illustration, I will mainly focus on salmon. 

Nathalie de Ridder

Sentience

There is scientific evidence suggesting that fish are sentient (4). According to Donald M. Broom, Professor Emeritus of Animal Welfare, this means they are aware of themselves and their surroundings, and they have the capacity of cognitive processing. Therefore, they can experience feelings such as fear, anxiety, anger and pain. Consequently, they can suffer (3).

Suffering from pain

For those of us who have been led to believe that fish only show reflexes, here’s a reality check: fish do feel pain and suffer from injury, and this is slowly becoming common knowledge.

According to Compassion in World Farming (CIWF), the problem with sea lice with farmed salmon is out of control. It can cause painful wounds which can lead to infections, reduction of growth, stress, and even death (5). Figure 1 shows a salmon with sea lice.

Furthermore, aggressiveness can lead to physical injury. Young salmon for instance tend to display territorial and aggressive behaviours during their transition towards adulthood (8). Confined fish under attack have insufficient opportunity to avoid the aggressor. This can result in stress and potential injury, which in their turn can lead to pain and infections (8). Fin rot is one example of a wound that can be inflicted. Examples of fin rot are, splitting of rays and severe loss, erosion or abnormal growth of fin tissue (11).

Inability to display normal behaviours

Most farmed fish cannot display normal behaviours, which can lead to distress. Adult salmon for instance, will school together and swim in structured groups (8). Under natural circumstances they migrate and swim over 9.000 kilometers, following their instinct to feed and grow in the sea and then reproduce in the rivers where they come from (9). In confinement, they are not able to fulfill this natural behavioural need.

Although The Royal Society of the Prevention of Cruelty to Animals has published welfare standards for farmed Atlantic salmon, surprisingly they don’t give guidance in allowing salmon to perform natural behaviours (9). Neither does the Aquaculture Stewardschip Council (ASC). Their principles address health problems arising from diseases and parasites, but not the need to perform natural behaviours (1). This is strange to say the least, because fish farmers can get ASC certified. As a consumer you might rely on such labels to select animal-friendly products.

Cruel slaughter techniques

Lastly, let’s look at various slaughter techniques. Methods which are considered inhumane by the World Organisation for Animal Health are still being used by most European Union member states, despite the key principle that animals should be spared from pain, distress and suffering during killing-practices whenever that can be avoided (7).

Non-humane techniques are, for instance, suffocation in air or ice slurry, as illustrated in figure 2. Now you might think fish will die quickly and suffering will be limited to minutes. Well, horrifying as it is, it can take several hours before they die, depending on their species.

Another inhumane method to choke fish is immersion in water saturated with carbon dioxide gas (CO₂), in which it can take several minutes before fish lose consciousness (2).

Fish can also be decapitated. ‘Instant death’, you might think. Now don’t be shocked: European eel show brain function 30 minutes after decapitation and signs of live up to 8 hours (7).

Call for attention

This brief overview showed there are several welfare issues to consider before you think about eating fish, like health problems, inter-species aggressiveness, injuries, lack of opportunities to display natural behaviours and inhumane slaughter techniques.

Each fish being eaten means one individual had suffered. Therefore, I would like to conclude with this call for attention to all fish consumers: be aware of the choices you make as you might, unintentionally, contribute to their suffering.

Heard enough? Made up your mind never to eat fish again? Good for you and for the fish!

Need more evidence? Please see this inspiring videoclip Rethink Fish or go straight to Compassion in World Farming or Improving Farmed Fish Welfare through the links provided below.

References

1. Aquaculture Stewardschip Council (2012). ASC Salmon Standard. https://www.aquameer.com/uploads/5/3/8/3/53830411/asc_salmon_standard_v1.0.pdf

2. Ashley, P.J. (2007). Fish welfare: Current issues in aquaculture. Applied Animal Behaviour Science. 104, 199-235. https://doi:10.1016/j.applanim.2006.09.001

3. Broom, D.M. (2014). Sentience and Animal Welfare. Cab International.

4. Chandroo, K.P., Duncan, I.J.H., Moccia, R.D. (2004). Can fish suffer?: perspectives on sentience, pain, fear and stress. Applied Animal Behaviour Science. 86,225-250. https://doi.org/10.1016/j.applanim.2004.02.004

5. Compassion in World Farming (2021). Underwater cages, parasites and dead fish: why a moratorium on Scottish salmon farming expansion is imperative.  https://www.compassioninfoodbusiness.com/media/7444572/ciwf_rethink-salmon_21_lr_singles_web.pdf

6. Compassion in World Farming (n.d.). Fish suffocating [Photograph]. https://ciwf.nl/vee-industrie/vissen/

7. Compassion in World Farming (2018). The welfare of farmed fish during slaughter in the European Union.  ciwf-2018-report__the-welfare-of-farmed-fish-during-slaughter-in-the-eu (3).pdf

8. Noble, C., Gismervik, K., Iversen, M.H., Kolarevic, J., Nilsson, J., Stien, L.H. & Turnbull, J.F. (Eds.) (2018). Welfare Indicators for farmed Atlantic salmon: tools for assessing fish welfare. Nofima. https://hdl.handle.net/11250/2575780

9. Royal Society for the Prevention of Cruelty to Animals (2021). RSPCA welfare standards for farmed Atlantic salmon. https://science.rspca.org.uk/documents/1494935/9042554/RSPCA+welfare+standards+for+farmed+atlantic+salmon+%28PDF%29.pdf/60ae55ee-7e92-ab71-ffbo8c846caa?t=1618493958793

10. Salmon & Trout Conservation Scotland (2019). A Wild Atlantic salmon with sea lice [Photograph]. https://salmon-trout.org/2019/08/21-sea-lice-numbers-on-salmon-farms-double-in-a-single-year/

 

11. Turnbull, J.F., Adams, C.E., Richards & R.H., Robertson, D.A. (1998). Attack site and resultant damage during aggressive encounters in Atlantic salmon (Salmo salar L.) parr. Aquaculture. 159, 345-353. https://doi.org/10.1016/S0044-8486(97)00233-0

Natuurlijk gedrag? Natuurlijk!

Kippen moeten kunnen scharrelen, varkens wroeten en koeien grazen. Dat is simpel gezegd de strekking van een recent aangenomen amendement op de Wet Dieren[1]. Daarover is nogal wat commotie de afgelopen dagen. Commotie die vooral zijn oorsprong vindt in de vleeslobby. Deze krachtige lobby probeert huisdiereigenaren achter hun karretje te spannen: ze roept spookbeelden op dat de politie massaal uitrukt voor een hond aan de lijn of een poes die niet naar buiten mag. Maar feitelijk richt de wetswijziging zich op de uitwassen van de vee-industrie. Het amendement spreekt over ‘houderijsystemen’. Daarin moet een dier weer dier kunnen zijn. Dat is een uitgangspunt waarin de meeste mensen zich kunnen vinden. Zo ook de politiek.

Meerdere kabinetten beloofden al dat dieren in de veehouderij hun natuurlijke gedrag moeten kunnen uitvoeren. Sterker nog, zij deden concrete toezeggingen. Zo beloofde het tweede paarse kabinet Kok in 2002[2]“Binnen 10 tot 20 jaar moet de veehouderij … zijn omgebogen in de richting van het perspectief van het soorteigen gedrag. Het houderijsysteem is daarbij aangepast aan het dier in plaats van het dier aan het houderijsysteem.” Ook het kabinet Balkenende (IV) beloofde[3] dat in 2022 het perspectief van dieren leidend zou zijn in de veehouderij; dat dieren hun natuurlijk gedrag moeten kunnen vertonen met ruimte en daglicht; en een einde aan ingrepen als het amputeren van biggenstaartjes. Van D66, ChristenUnie en PvdA tot VVD en CDA; kabinetten samengesteld uit deze partijen deden allen duidelijke toezeggingen.

Feitelijk is dit ook al meer dan een decennium de intentie van de wet. Diverse zogeheten ‘open normen’ geven dieren in de vee-industrie het recht om hun natuurlijk gedrag te kunnen vertonen; om voer te krijgen waarvan ze gezond blijven; en om gevrijwaard te blijven van pijn, angst en stress. Vaak bevatten deze open normen echter een uitzonderingsclausule: voor zover in redelijkheid kan worden verlangd.

En daar gaat het mis. Want wat u en ik redelijk vinden, is iets anders dan wat men in de vee-industrie als redelijk beschouwt. Daar worden zonder verdoving biggenstaartjes afgesneden, omdat biggen in krappe hokken anders uit frustratie in elkaars staart bijten. En worden plofkip-ouderdieren – die zijn gefokt op extreme vraatzucht – op een hongerdieet gezet, omdat ze zich anders zouden doodeten.

In deze spagaat van meningen tussen sector en maatschappij, zou de NVWA de grens moeten trekken. Maar over het disfunctioneren van de NVWA zijn afgelopen jaren al meer rapporten verschenen dan dat er veehouders zijn beboet op deze open normen. De NVWA laat haar oren te veel hangen naar de sterke landbouwlobby. De open normen geven zo slechts schijnzekerheid voor dieren.

Logisch dus dat de Tweede Kamer in meerderheid de wet wil verduidelijken. Dat een dier niet past in een kiloknaller-stalsysteem ingericht op goedkope vleesproductie, mag geen reden meer zijn om dat dier pijn en letsel te veroorzaken. Eindelijk moeten stallen worden aangepast aan de behoeften van het dier, in plaats van andersom. Precies zoals het afgelopen twintig jaar geleden meermaals en van links tot rechts is bepleit en beloofd. De Eerste Kamer nam dit amendement van de Partij voor de Dieren dan ook uitzonderlijk ééndrachtig unaniem over.

Begin juni gaf minister Schouten bij het parlementaire vragenuurtje[4] aan dat ze vóór het zomerreces zal terugkomen naar de Kamer met haar analyse over de uitvoering van het amendement en de consequenties voor de handhaving ervan. Daarbij kan ze geschiedenis schrijven. Want als de uitvoering in lijn is met het amendement, dan kunnen jaarlijks pakweg 600 miljoen dieren een fatsoenlijkere huisvesting en verzorging krijgen. Het zou echt een keerpunt kunnen zijn. Het zou de kroon op het werk kunnen worden van een minister die vanaf haar start forse ambities uitsprak over een omslag naar kringlooplandbouw. Ze rende afgelopen vier jaar echter van (stikstof)crisis naar (NVWA)crisis. Daarbij leek ze haar hoofdambitie te hebben achtergelaten. Dat is niet uniek. Landbouwministers lopen al tijdenlang achter de feiten aan rond de vele dilemma’s in de intensieve veehouderij.

Ondergetekende organisaties vragen daarom om een ambitieuze uitvoering en handhaving van het amendement. We begrijpen dat hiermee niet alles op de rekening van de boer kan komen te liggen. Individuele boeren zijn niet de schuldige in dit probleem. De minister kennende, vertrouwen we erop dat haar plan dan ook rekening zal houden met hun belangen. Maar dit probleem vergt meer dan muizenstapjes. Daarmee is niemand iets opgeschoten de afgelopen decennia. Het vergt een fundamentele aanpak, zoals ook de SER deze week weer concludeerde[5]. Meer gewroet en gescharrel graag in de Nederlandse polders.

 

Ir. Sjoerd van de Wouw, juridisch campaigner Stichting Wakker Dier, bioloog/etholoog

Mede namens de organisaties van de Dierencoalitie, de Caring Vets en de
Caring Farmers

koe in de wei wspa

 

 

 

 

 

 

[1] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/amendementen/detail?id=2021Z06696&did=2021D14825

[2] https://www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j4nvgs5kjg27kof_j9vvij5epmj1ey0/vi3akfpnl1zr/f=/kst60500.pdf pg 3

[3] https://edepot.wur.nl/118502 pg 10-11

[4] https://www.npostart.nl/nos-het-vragenuurtje/01-06-2021/POW_05040114 Vanaf minuut 40

[5] https://www.ser.nl/nl/Publicaties/toekomstperspectieven-landbouw

Politici, verbied markten met levende wilde dieren

Maandag 1 maart kopte het AD: ‘fors meer mensen besmet met papegaaienziekte’. De afgelopen maanden werden 66 Nederlanders besmet door een uitbraak van de papegaaienziekte. Allen werden opgenomen in het ziekenhuis, één persoon overleed. Opnieuw een zoönose, net als COVID-19, afkomstig van vogels ditmaal.

Bij deze uitbraak werden veel gevallen in het oosten van het land geconstateerd. Het RIVM dacht aan de grootste Europese vogelmarkt in Zwolle als bron van de besmettingen, zeker weten doet men het niet. Die gedachte is niet vreemd. Vogelshows en beurzen zijn de grootste bronnen van besmetting en er wordt al jaren voor gewaarschuwd. Markten met wilde dieren, zoals de vogelmarkt in Zwolle, brengen altijd risico’s met zich mee voor de volksgezondheid. Daarnaast is het er treurig gesteld met het dierenwelzijn en is er rond de markten veel illegale handel in bedreigde diersoorten.

Het langdurige transport vanuit heel Europa, de manier waarop de wilde dieren worden tentoongesteld en de interactie met mensen zorgen voor veel stress bij de dieren. Een dier onder stress wordt sneller ziek en verspreidt eerder ziekteverwekkers. We kunnen dus beter voorkomen dan genezen en dat betekent het sluiten van risicovolle markten. Niet alleen in andere werelddelen, maar ook in Nederland.

Misschien denk je: ‘waarom zoveel heisa als er máár 66 mensen besmet zijn met de papegaaienziekte in die paar maanden tijd? Maar het aantal besmettingen stijgt volgens de jaarlijkse RIVM-statistieken, terwijl de meeste gevallen niet worden gemeld en er onvoldoende op wordt getest. Je kan er chronische longklachten van krijgen, op de IC belanden, of sterven, zoals bij deze uitbraak. Waarom willen we deze risico’s nog lopen? Hoeveel kost dit de gezondheidszorg en is dit mensenlevens waard?

Met ons actieplan ‘van social naar wildlife distancing’ geven we een aanzet om het risico van een volgende pandemie daadwerkelijk te verkleinen door mens, dier en biodiversiteit beter te beschermen. Het sluiten van wilde dierenmarkten is één van de voorgestelde maatregelen.

 

 

Betrokken organisaties van de Dierencoalitie; World Animal Protection Nederland, IFAW Nederland, Stichting AAP, en Stichting SPOTS.

https://www.ad.nl/opinie/we-hebben-nu-toch-wel-geleerd-verbied-markten-met-wilde-dieren~a2aa158a/

Dierenorganisaties starten campagne voor diervriendelijke politici

Dierencoalitie helpt dierenvrienden met www.wieisjouwdierenkandidaat.nl

DEN HAAG – In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen slaan de dierenorganisaties van de Dierencoalitie de handen ineen. Omdat dierenwelzijn voor miljoenen kiezers onderbelicht blijft in de bestaande kieswijzers, wordt vandaag een handige keuzehulp gelanceerd op wieisjouwdierenkandidaat.nl. Met dit initiatief hoopt de Dierencoalitie zoveel mogelijk diervriendelijke politici in de Tweede Kamer te krijgen.

Alle kandidaat-Kamerleden konden hun steun uitspreken voor veertien diervriendelijke stellingen. Online geeft de kiezer aan welke stellingen voor hem of haar belangrijk zijn, waarna de beste dierenkandidaten naar voren komen.

Verschillende kandidaten van Partij voor de Dieren, D66, GroenLinks, PvdA, ChristenUnie, 50Plus, SGP, SP en JA21 hebben hun steun uitgesproken voor een deel van de stellingen. Denk hierbij aan stellingen als: ‘het afschaffen van het houden van dieren in kooien in de veehouderij’, ‘het stoppen van de plezierjacht’ of ‘het verbeteren van het toezicht en handhaving op dierenwelzijn door meer budget en capaciteit’. De Dierencoalitie is blij met het resultaat: ‘De brede steun voor de stellingen is hoopvol en toont dat kandidaat-Kamerleden de noodzaak zien voor meer en betere bescherming van dieren.’

Geen dierenkandidaat bij VVD en CDA
Helaas ontbreekt daarentegen stellingname van CDA, VVD, PVV, Forum voor Democratie en Denk. Volgens de Dierencoalitie is het teleurstellend dat er binnen grote partijen als het VVD of CDA geen kandidaat is die zich voor dierenwelzijn wil uitspreken. De steun van deze partijen is hard nodig om significante stappen op het gebied van dierenwelzijn te zetten. Zonder deze steun is het de vraag of er op termijn voldoende zal veranderen. Bij andere potentiële regeringspartijen wordt die ontwikkeling wel gezien; een betere bescherming van dieren maakt steeds nadrukkelijker onderdeel uit van de politieke speerpunten.

Dierenorganisaties publiceren pandemie preventie plan

Wat Nederland kan doen om niet het volgende Wuhan te zijn

10 februari 2021

Voor virologen staat het vast; COVID-19 gaat opgevolgd worden door een nieuwe virusuitbraak. Het terugdringen van de handel in en exploitatie van wilde dieren en een betere bescherming van de biodiversiteit zijn de meest effectieve manieren om de volksgezondheid in de toekomst te beschermen. Dieren,- en natuurorganisaties International Fund for Animal Welfare (IFAW), Stichting AAP, World Animal Protection en SPOTS, publiceren vandaag een actieplan: ‘Van social naar wildlife distancing’ waarmee Nederland kan bijdragen aan het voorkomen van de volgende pandemie. Deze zouden hoog op de agenda van een nieuwe regering moeten staan.   De organisaties hopen dat het volgende kabinet dit maatregelenpakket ter harte neemt in het belang van de volksgezondheid. De huidige pandemie bestrijden is een ding, alle mogelijke maatregelen treffen om een volgende te voorkomen is een niet minder urgente opdracht van de politiek.

De meeste mensen zijn zich er niet van bewust dat een nieuwe virusuitbraak kan ontstaan in Nederland of in de EU. Toch vormt de manier waarop we hier met dieren en natuur omgaan een reëel risico. Het maakt het des te belangrijker dat de politiek  preventief beleid gaat voeren en zich daar nationaal en internationaal voor in gaat zetten.

Een greep uit de risicofactoren die een volgende pandemie mogelijk maken:

In Nederland kunnen particulieren gewoon vleermuizen kopen, ondanks de kans dat ze ziekteverwekkers bij zich dragen. Het gebeurt op grote dierenbeurzen waarbij poolvosjes gestapeld staan op reptielen en vleermuizen. De slechte omstandigheden op de beurzen, het lange transport en de directe omgang met mensen zorgen voor veel stress bij de dieren. Dit verhoogt de risico’s op zoönosen. Daarom roepen de organisaties in hun manifest op om risicovolle exotische dierenmarkten te sluiten. Niet alleen in het buitenland maar ook in Nederland.

Steppezebra’s, rode reuzenkangoeroes of alligators als huisdier? Het kan in Nederland.

Van alle zoönosen die wereldwijd bekend zijn, wordt zo’n 75% overgedragen door vleermuizen, knaagdieren en primaten. In Nederland is het houden van primaten als huisdier verboden, maar vleermuis- en knaagdiersoorten zijn, net als talloze andere exotische diersoorten, nog steeds toegestaan. Ook moeten we niet vergeten wat er zich net buiten onze landsgrenzen afspeelt, als gevolg van het gebrek aan eenduidige EU-regelgeving.  Zo is het in diverse EU-landen, waaronder in Frankrijk en delen van Duitsland, bijvoorbeeld legaal om allerlei apensoorten en grote katachtigen als huisdier te hebben. Daarom is het van belang dat er eindelijk een Positieflijst voor huis- en hobbydieren komt. Niet alleen in Nederland maar ook in de EU.

Nederland belangrijke in- en doorvoerhaven van Illegale handel  

De handel in wilde dieren is een miljarden business en is daarmee aantrekkelijk voor criminele organisaties. Nederland is een belangrijke in – en doorvoerhaven met Schiphol en Rotterdam binnen de EU. Dit schept de verplichting om meer capaciteit in te zetten voor het opsporen van illegale handel en wildlife criminelen te bestraffen. Illegale handelaren komen er nu vaak vanaf met een lage boete, waarna ze hun handel weer kunnen hervatten.

Van knuffeldier tot medicinale tonic

Met een leeuwenwelp op de foto; het staat op menig bucketlist. Veel mensen zijn zich er niet van bewust dat door dit contact zoönosen kunnen worden overgedragen. Ook weten ze niet dat het schattige welpje eenmaal volwassen naar een leeuwen-slachthuis gaat. Hier wordt het gedood en gevild. Het skelet gaat vervolgens naar Azië om te worden verwerkt in traditionele medicijnen. Onder deze legale handel gaat een grote illegale handel schuil. Daarom roepen organisaties de politiek op zich hard te maken dat wilde dieren niet langer gebruikt kunnen worden in traditionele medicijnen.

 

Brief aan de Tweede Kamer: sluit de nertsenfokkerijen

Geachte woordvoerders van de commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gisteren heeft minister Schouten bekend gemaakt dat zij de besmette Brabantse nertsenfokkerijen gaat ruimen. De Dierencoalitie roept u op de minister te verzoeken om de wetenschappelijke inzichten[1] toe te passen bij het ruimen, zodat het optreden van ernstig ongerief vermeden wordt.

De minister geeft in haar brief aan dat het OMT-Z onzekere factoren en potentiele risico’s signaleert bij het SARS-COV-2 virus onder nertsen, en geeft hierbij aan dat ruimen een effectieve maatregel is in de bescherming van de volksgezondheid. Een deel van het BAO-Z adviseert om niet-besmette bedrijven preventief te ruimen. De minister geeft aan dat zij op basis van de Gezondheids- en Welzijnswet door dieren hier echter geen juridische bevoegdheid voor heeft. De Dierencoalitie concludeert hieruit dat nertsenfokkerijen, besmet of niet-besmet een potentieel risico vormen voor de volksgezondheid.

In het licht van de conclusies en adviezen van het OMT-Z en BAO-Z vindt de Dierencoalitie het onbegrijpelijk dat de minister de nertsenfokkers van besmette bedrijven de mogelijkheid geeft om hun stallen na de ruiming opnieuw te vullen. Zowel op basis van de volksgezondheid, dierenwelzijn en ethische redenen achten wij dit onverantwoord.

Nederland heeft al besloten om per 1 januari 2024 het fokken van nertsen voor bont te  verbieden. Het fokken van dieren louter voor bont is na jarenlange inzet van Bont voor Dieren door de Nederlandse politiek in 2012 onaanvaardbaar bevonden.

Nu blijkt dat de nertsenfokkerijen tevens een risico vormen voor volksgezondheid door de besmetting van het SARS-COV-2 virus van nerts op mens. De Dierencoalitie kan zich volledig vinden in de oproep van Bont voor Dieren en Animal Rights om de gehele sector vroegtijdig te sluiten. Indien dit juridisch niet mogelijk mocht blijken, dan dienen in ieder geval de geruimde bedrijven verplicht definitief dicht te gaan.

Met deze brief verzoekt de Dierencoalitie u de minister dringend op te roepen het mogelijk te maken om de geruimde bedrijven permanent te sluiten.

 

Met vriendelijke groet,

De organisaties van de Dierencoalitie

[1] https://biotechnischevereniging.nl/f/editor/2005_44-2_Methoden_van_doden_van_dieren_tijdens_ziekte-uitbraak_en_daarmee_verbonden_welzijnsaspe.pdf

Varkens in Nood en Dier&Recht sluiten aan bij de Dierencoalitie

Dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht zijn als lid toegetreden tot de Dierencoalitie. Het aantal leden van het Nederlandse dierenwelzijnsplatform staat daarmee op zeventien. Het lidmaatschap van deze organisaties bevordert de effectieve samenwerking in de strijd voor een beter dierenwelzijn voor dieren in Nederland.

Met de toetreding van Varkens in Nood en Dier&Recht wordt de stem van De Dierencoalitie verder bestendigd.  “De Dierencoalitie behartigt de politieke belangen van dieren”, vertelt voorzitter Dirk-Jan Verdonk. “Varkens in Nood en Dier&Recht zijn twee organisaties die effectief misstanden in de vee- en huisdierenindustrie in de media brengen en op de agenda van de landelijke politiek zetten. Hiermee zijn zij een waardevolle toevoeging aan ons platform.”

Varkens in Nood
Stichting Varkens in Nood werkt onvermoeibaar aan een beter welzijn van varkens in de vee-industrie. Varkens zijn sociaal, vriendelijk en bijzonder slim. Ze verdienen beter dan een leven in kale, donkere en stinkende hokken. Met een klein, maar slagvaardig team van campagnevoerders, inhoudelijk medewerkers en juristen, zet Varkens in Nood alles op alles om de varkens een beter leven te geven.

Dier&Recht
Dier&Recht is een organisatie die zich inzet voor de verbetering van dierenwelzijnswetten.
Miljoenen dieren zitten in de veehouderij opgesloten in kale, donkere stallen. Duizenden huisdieren kwijnen weg van eenzaamheid. Honden zijn modeaccessoires geworden met een ‘houdbaarheid’ van amper 8 jaar. Door middel van rechtszaken, voorlichting en spraakmakende campagnes komt Dier&Recht op voor deze dieren, die als producten behandeld worden.

De Dierencoalitie
De Dierencoalitie is een samenwerkingsverband van Nederlandse dierenbeschermingsorganisaties en komt effectief voor de belangen van dieren op bij belangrijke politieke en maatschappelijke kwesties. Andere leden van de Dierencoalitie zijn Stichting AAP, Bont voor dieren, CAS International (Comité Anti Stierenvechten), Compassion in World Farming Nederland, De Faunabescherming, International Fund for Animal Welfare (IFAW), Koningin Sophia-Vereeniging tot Bescherming van Dieren, de Vissenbescherming, World Animal Protection, Eyes on Animals, DierenLot, Sea First en de Nederlandse Federatie Dieropvang Organisaties. De leden van de Dierencoalitie hebben een gezamenlijke achterban van meer dan 600.000 donateurs.

Provinciale Statenverkiezingen; stem diervriendelijk

Op 20 maart a.s. gaan de stembussen in Nederland open voor de Provinciale Statenverkiezingen. Tijdens deze verkiezingen mag jij stemmen op een volksvertegenwoordiger die opkomt voor de belangen van dieren in jouw provincie. Dit is echter niet de enige reden waarom jouw stem in deze verkiezingen zo belangrijk is voor dieren.

De Provinciale Statenleden die gekozen gaan worden, zullen de 75 leden van de Eerste Kamer kiezen. De Eerste Kamer is een belangrijk orgaan binnen ons democratisch bestel. Het is namelijk de Eerste Kamer die de doorslaggevende stem heeft of een wet uiteindelijk wel of niet aangenomen wordt. Denk aan de wet op het onverdoofd slachten die in de Eerste Kamer werd weggestemd. Een diervriendelijke meerderheid in de Eerste Kamer is voor dieren dus essentieel. Met de Provinciale Statenverkiezingen kun jij indirect invloed uitoefenen op het samenstellen van deze diervriendelijke meerderheid in de Eerste Kamer.

Check daarom voor de verkiezingen de verschillende verkiezingsprogramma’s en stem op de partij die het meeste aandacht schenkt aan de volgende thema’s:

 

 

  1. Provincie, stel een Gedeputeerde Dierenwelzijn aan: In een aantal provincies zijn er Gedeputeerden met een aparte portefeuille Dierenwelzijn. Dit is belangrijk omdat in elke provincie kwesties spelen waar de belangen van dieren meegewogen zouden moeten worden in de besluitvorming. Het aanstellen van een eindverantwoordelijke op dierenwelzijn kan hier een positieve bijdrage aan leveren.

 

  1. Uitbreiden van de natuur en de leefomgeving van dieren:De natuur staat onder druk en daarmee de leefomgeving van dieren. De toenemende verstedelijking heeft geleid tot het versnipperen van natuurgebieden. Hierdoor is het moeilijker voor dieren om te migreren van het ene gebied naar het andere om bijvoorbeeld voedsel te vinden. Het ‘opsluiten’ van dieren in gebieden kan leiden tot inteelt en voedselgebrek waardoor de plaatselijke soort afzwakt en vatbaar kan worden voor ziekten.

 

  1. Vervang de jacht door preventieve, diervriendelijke oplossingen:Het dierenleed bij de jacht is immens groot. Dieren slaan op de vlucht en lopen het risico op wegen of in bewoonde gebieden terecht te komen met alle gevolgen van dien. Jongen blijven soms moederloos achter en dieren lijden onnodig omdat ze niet bij het eerste schot zijn gedood. Ondanks een aangenomen motie op een landelijk verbod op afschot van zwerfkatten, zijn er toch provincies die jacht op zwerfkatten toestaan. Gelukkig pleiten sommige Provinciale partijen voor een jachtvrije provincie. Bij schade of overlast van bijvoorbeeld ganzen kunnen preventieve, diervriendelijke oplossingen worden ingezet zonder dat hierbij dieren hoeven te worden gedood.

 

  1. De wolf is welkom: De eerste wolf heeft zich officieel (per 1 februari) gevestigd in Nederland. Provincies dienen gezamenlijk beleid op te stellen en deze versneld in te voeren. Dit beleid moet zowel de de wolf als schapen bescherming bieden. Schapenhouders dienen ruimhartig door provincies te worden ondersteund bij de invoering van effectieve beschermingsmaatregelen. De provincie moet, in samenwerking met het platform Wolven in Nederland, objectieve voorlichting geven om zorgen in de maatschappij en sector weg te nemen. Het oprichten van een predatoren werkgroep ter voorbereiding op de terugkeer van andere predatoren zoals de goudjakhals, samen met het ministerie en natuur- en dierenwelzijnsorganisaties is wenselijk.

 

  1. Geen vergunningen meer voor megastallen:In 2013 telde Nederland ongeveer 800 megastallen. Dit betekent dat er in één stal meer dan 220.000 vleeskuikens, of meer dan 7.500 vleesvarkens of meer dan 1.500 geiten leven. Met dergelijke aantallen is het onmogelijk om zorg te dragen voor het individuele dier. Deze dieren komen nooit buiten, krijgen geen daglicht of frisse lucht en kunnen hun natuurlijke gedrag niet vertonen. Deze mega-industriële fabrieken zouden in Nederland geen plaats mogen krijgen.

 

  1. Stop de groei van de geitenhouderij: Er zijn al enkele provincies die een stop hebben afgekondigd op de uitbreiding en groei van de geitensector. En dit is niet verwonderlijk: als omwonende van een geitenbedrijf is er een verhoogde kans op longontsteking en loop je andere mogelijke gezondheidsrisico’s. Voor dieren is het echter ook geen pretje, vooral niet voor de mannelijke bokjes.Door gebrek aan zorg, stress door transport en hoge ziektedruk sterven veel van deze bokjes vroegtijdig.De NVWA sprak in 2017 van schrijnend dierenleed op de helft van de Nederlandse bokkenmesterijen.

 

  1. Intensieve landbouw moet plaatsmaken voor natuur-inclusieve landbouw:Er is steeds meer bewustwording over het feit dat de intensieve landbouw voor grote problemen zorgt voor het klimaat, natuur en milieu en veel dierenleed veroorzaakt. Het is nu tijd om de omslag te maken naar een natuur-inclusieve landbouw met respect voor klimaat, natuur, milieu en dieren. Streekproductie zonder gif, gesloten kringlopen, mest afzetten op eigen bodem en dieren de gelegenheid geven om hun natuurlijke gedrag te vertonen. Dit betekent dat koeien grazen, kippen stofbaden nemen, geiten klimmen, eenden zwemmen, varkens wroeten en vissen zwemmen in natuurlijke wateren en niet opgesloten zitten in bakken in kwekerijen.

 

  1. Heb aandacht voor hittestress bij dieren die buiten lopen: In het kader van klimaatverandering zal ook Nederland te maken krijgen met extreme weersomstandigheden. Om dierenleed te voorkomen, moet de provincie de aanplant van (eetbare) bomen en de bouw van schuilstallen stimuleren om dieren die buiten lopen beschutting te bieden bij extreem weer.

 

  1. Stimuleer de transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten:De provincie heeft een belangrijke taak in de transitie van minder dierlijke naar meer plantaardige eiwitten. Een meer plantaardig dieet is beter voor dieren maar ook voor de volksgezondheid, het klimaat en de toenemende vraag naar voedsel. De provincie kan (stoppende) veehouders stimuleren om over te stappen op plantaardige teelt en innovatieve gewassen zoals bonen, oesterzwammen en andere paddenstoelen. De provincie kan zelf het goede voorbeeld geven door het plantaardig consumptiepatroon in eigen overheidsinstanties te stimuleren door het serveren van vegetarische en veganistische producten.

10. De provincie werkt alleen samen met banken die goed scoren op de Eerlijke Bankwijzer. Het afgelopen jaar bleek uit onderzoek dat Nederlandse banken miljarden investeren in dierenleed door bedrijven te financieren met uitermate lage dierenwelzijnsnormen. Op enkele bedrijven was zelfs sprake van ernstige dierenmishandeling. Gelukkig zijn er ook banken die alleen maar investeren in duurzame initiatieven die een positieve impact hebben op de wereld. Provincies moeten waar mogelijk een keuze maken voor financiële instellingen die een diervriendelijk financierings- en/of beleggingsbeleid hebben. Waar dat niet mogelijk is, moeten provincies in gesprek gaan met de financiële instellingen om hen te bewegen een scherper dierenwelzijnsbeleid te voeren.

 

Actieplan Stalbranden schiet tekort; Minister, kom nu met maatregelen

Ook 2018 bleek een rampjaar: ruim 122.000 dieren in de vee-industrie kwamen om het leven door stalbranden.  Het Actieplan stalbranden is er niet in geslaagd om een sterke reductie van slachtoffers te bereiken en daarom is actie nodig vanuit de overheid. De Dierencoalitie pleit in een brief aan de Tweede Kamer voor wettelijke maatregelen die het leven van dieren kunnen sparen bij het uitbreken van een brand.

In de afgelopen drie jaar zijn er ruim 2,5 keer zoveel dieren omgekomen bij stalbranden als de drie jaar ervoor. Van Woudenberg tot Willemstad en van Didam tot Scherpenzeel en Barneveld… Duizenden kippen, varkens, koeien, paarden en kalfjes kwamen om in hun stal doordat ze verbrandden of stikten door de rook. In 2018 alleen stierven 122.000 dieren een onnodige dood – een aantal dat vergelijkbaar is met het aantal inwoners van een stad als Maastricht of Leiden.

Zeer grote kans

Bij het uitbreken van een brand blijken dieren relatief een zeer groot risico te lopen om door brand om het leven te komen. De kans dat een dodelijke brand uitbreekt in een stal is tientallen tot honderden keren groter dan dat er een dodelijke brand uitbreekt in een woning. Voor pluimveestallen is de kans zelfs bijna 500 (!) keer groter.

Bron foto: Wakker Dier

Bovendien loopt het gemiddeld aantal slachtoffers bij een dodelijke stalbrand in de duizenden, bij dodelijke woningbranden ligt dit net boven de één.

Dieren redden door maatregelen

De focus in Actieplan 2012-2016 en Actieplan 2018-2022 ligt op preventie en, in mindere mate, het beheersen van ontstane branden. Dat is niet genoeg. Er zijn ook maatregelen nodig om in geval van brand de dieren te evacueren. De Dierencoalitie is ervan overtuigd dat we tienduizenden dieren van een verschrikkelijke dood kunnen redden als deze maatregelen worden genomen:

  • Verplichte rookmelders in technische ruimtes en bij elektrische apparatuur;
  • Verplichte sprinklerinstallatie in technische ruimte;
  • Verplichte vernevelingsinstallaties in de stallen;
  • Adequate blusvoorzieningen;
  • Verplichte bliksemafleider;
  • Betere compartimentering;
  • Evacuatiemogelijkheden.

De kosten hiervan kunnen worden doorberekend in de consumentenprijs – bijvoorbeeld via een fonds – zodat deze niet worden afgewenteld op de veehouder. Zo kunnen we samen dierenlevens redden en dragen consumenten van dierlijke producten een gedeelde verantwoordelijkheid.