Brief aan de Tweede Kamer over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen

Convenanten boeken nauwelijks vooruitgang. De Dierencoalitie pleit voor een actievere inzet van de overheid.

Aan convenanten voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) doen ook diverse dierenbeschermingsorganisaties mee. Dat doen zij vanuit de overtuiging dat IMVO-convenanten een diervriendelijke en duurzame wereld dichterbij kunnen brengen. De vooruitgang is vooralsnog echter gering. Dat roept de vraag op of de aanpak geen bijstelling verdient.

In een brief aan de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van de Tweede Kamer wijst de Dierencoalitie er op dat van de vijf sectoren met hoge risico’s voor dierenwelzijn alleen in de kleding- en textielbranche overeenstemming is bereikt over een tekst. Een convenant voor de voedingsmiddelenindustrie zit nog steeds in de voorbereidende fase. De chemie, financiële sector en land- en tuinbouw zijn zelfs zover nog niet.

De Dierencoalitie pleit bij de Tweede Kamer voor een actievere inzet van de overheid in het aansporen van achterblijvende bedrijven en sectoren:

Hierbij kan onder meer gedacht worden aan het als voorwaarde stellen van due diligence bij (vormen van) overheidssteun of â€“inkoop of het verplicht stellen van rapportage over due diligence bij, in elk geval, achterblijvende sectoren. Daarbij is het zaak aan verplichte due diligence een vorm van toezicht te verbinden, waarbij de toezichthouder over de benodigde bevoegdheden en sanctiemogelijkheden beschikt.

Ook zou de overheid erop toe moeten zien dat sectoren niet slechts die MVO-thema’s kiezen die hen het best uitkomen (‘cherry picking‘) — zoals bij de bankensector is gebeurd.